Selecteer een pagina

Woord van de dag: prozaïsch

Vrijdag kwam de MIC Boekenclub bijeen. We bespraken ‘We zullen niet te pletter slaan’  van Nina Polak. De schrijfster was zelf ook aanwezig. Een van de studenten bekende schoorvoetend dat ze veel woorden had moeten opzoeken. Polak vroeg naar een voorbeeld. “Euh ja, meteen al in de tweede zin.  ‘Hun moeder verliet hun moeder op de dag dat de nieuwe keuken arriveerde. Een teleurstellend prozaïsch moment.’  Prozaïsch, dat kende ik niet.”

Prozaïsch betekent hier ‘niet verheven’. Als synoniemen geeft Van Dale ‘alledaags, nuchter’. Het betekent overigens ook ‘van de aard van, (geschreven) in proza’.

Polak wilde weten of de student het woord al gebruikt had. “Nog niet, maar ik wíl het wel gaan gebruiken”, antwoordde ze. Woordenschat vergroot, horizon verbreed, doelstelling van de boekenclub gehaald.

 

 

 

Woord van de dag: pietluttig

Op dit blog krijgen we vaak reacties. Mensen plaatsen aanvullingen of betrappen ons soms op een foutje. Leuk, natuurlijk.

Een van onze vaste bezoekers is DirkJan. Afgelopen zaterdag noemde hij zelf zijn reactie op het woord bordes ‘pietluttig’. Geenszins, Dirkjan, ook de details zijn belangrijk.

Of, zoals de ontwerper Charles Eames ooit zei: “The details are not the details. They make the design.”

Pietluttig betekent ‘met aandacht voor details’ (zie ook muggenziften). De herkomst van het woord is niet helemaal duidelijk. Sommigen zeggen dat het komt van Piet + Lut (klein, luttel). Anderen zeggen dat het uit de bijbel komt (Ezechiel 30) waar sprake is van de twee landen ‘Put’ en ‘Lud’.

Bron: Etymologiebank

 

Woord van de dag: koon

Het Nederlands heeft een aantal vage woorden voor lichaamsdelen. Lurven, hurken, kladden, we weten wel wat ermee bedoeld wordt, maar waar begint je hurk en waar eindigt hij? Nou zou ik ook beslist niet mijn alvleesklier kunnen aanwijzen, dus zo gek is het ook weer niet dat je je lurven niet kunt localiseren.

Bij koon is het omgekeerde aan de hand, makkelijk aanwijsbaar, maar het woord is wat vreemd. Een koon is een wang. Het woord wordt vrijwel altijd in het meervoud gebruikt in de vaste uitdrukking ‘rode konen’, of ‘rode koontjes’ als het om een kind gaat. Iemand met rode konen heeft een verhit gezicht of bloost.

 

Woord van de dag: bordes

bordesDe school waar ik werk zit in een mooi oud pand dat je binnengaat via een trap. Bovenaan de trap zit een plat stuk. Talloze malen heb ik over die drie meter stenen gelopen, zonder er een enkele gedachte aan te wijden. Maar sinds deze week heeft dat stukje steen een naam: het is een bordes. En je mag er niet roken.

Natúúrlijk is dit ons bordes, dacht ik toen ik dit bord zag. Suf, dat ik dat nooit bedacht heb. Dank u wel, plaatser van het bord.

Een bordes is een platform bovenaan of in het midden van een trap. Je spreekt het uit met de klemtoon op de tweede lettergreep: bordès.

We hebben in Nederland eens in de vier jaar een bordesscène als er een nieuw kabinet samen met de koning(in) poseert voor de pers op de trappen van het paleis Huis ten Bosch. Maar gek genoeg is die bordesscène dus niet op een bordes maar op de trap.