Selecteer een pagina

Studenten die bij mij het vak ‘Taal’ volgen, moeten – om hun woordenschat te vergroten – elke week minimaal vijf voor hen nieuwe woorden noteren. Dat mogen woorden zijn die ze lezen of horen; opvallend vaak komen er woorden terug die een docent in een les gebruikt: van parafraseren tot wederhoor. Ze moeten de betekenis van het woord opzoeken, een synoniem geven en kijken of ze het zelf in een zin zouden kunnen gebruiken.

Zelf neem ik ook altijd een woord mee naar de les. Vorige week was dat gremium, volgende week kies ik waarschijnlijk voor kotsklas. Dat woord kwam ik gisteren tegen in de Volkskrant. Op een scholengemeenschap in Almere moeten leerlingen voor aanvang van een feest een blaastest doen. Is de test positief? Dan breng je de rest van de avond door in de kotsklas: ‘een leeg schoollokaal waar de lijst met contactgegevens van ouders al klaar ligt […] En als klap op de vuurpijl komt de wijkagent nog even langs voor een onderonsje in de kotsklas’ – aldus het artikel.

Een synoniem? Dranklokaal ljikt me een goede.

dranklokaal