Selecteer een pagina

Woord van de dag: spornoseksueel

Voetballer Cristiano Ronaldo is volgens de Engelse journalist Mark Simpson een spornoseksuele man, berichtte de Volkskrant gisteren. De term is een samentrekking van de woorden sport en porno. De spornoseksueel is een man die zijn perfect gecultiveerde lichaam showt op sociale media, in reclames en tijdschriften. Die man kenden we al (David Beckham, Arie Boomsma), maar die waren nog gewoon trots op hun sportschoollijf. De spornoseksueel laat zijn lichaam vooral zien om ‘begeerd te worden en sekspartners te verzamelen’.

Ik heb de spornoseksueel nog niet in real life gespot, maar dat kan best komen door de kringen waarin ik me begeef.

 

 

 

Woord van de dag: doerak

Mijn zus had vroeger een stoute hond, Basje. Hij was heus wel lief hoor, maar het was een echte doerak. Als hij de kans kreeg, jatte hij eten. Taart die in de keuken klaar stond voor de visite, koekjes uit kleuterhandjes, biefstukken van de barbecue. Hij heeft zelfs ooit de steunzolen van mijn moeder opgepeuzeld.

Een nog grotere doerak was Dana, de immer enthousiaste labrador van vriendin Marianne. Dana bedierf eens een romantische picknick van twee geliefden, totale vreemden, door op het picknickkleed af te stormen en zich gezellig op de exquise hapjes te storten. Uiteraard floot Marianne de doerak terug, maar dan ben je al gauw te laat. De geliefden waren not amused, wat best voorstelbaar is.

Een doerak is een deugniet, ook al zo’n mooi woord. Doerak is een leenwoord uit het Russisch (durak), daar hebben we er in het Nederlands niet veel van. Andere Russische leenwoorden in het Nederlands zijn pierewaaien en mammoet.

 

 

Woordenboekspel 15 februari 2016

Het Ikzegookmaarwat-Woordenboekspel!

1. Wat is de betekenis van het woord agnaat?

 

Woord van de dag: koekeloeren

Er fietste een man door de straat zonder broek aan. In de winter. Een onalledaags gezicht. Ik keek nog maar eens goed.

Toen zag ik dat hij wel degelijk een broek aan had, maar eentje met een vreemde huidskleur. Ik moest hartelijk om mezelf lachen. Wellicht maakte iemand anders dezelfde vergissing want de man bitste verderop in de straat een voorbijganger toe: “Wat zit jij nou naar me te koekeloeren?” Ik was nogal opgelucht dat ik het niet was.

Koekeloeren heeft twee betekenissen: kijken en het kraaien van een haan. In bovenstaand voorbeeld bedoelde de man met/zonder broek natuurlijk kijken. De herkomst van het woord is niet helemaal duidelijk maar ik vind het het meest aannemelijk, dat koekeloeren uit het voorvoegsel koke en loeren bestaat. Andere bronnen zeggen dat het betekent ‘een leven als een slak in zijn huisje leiden’, omdat het een afleiding van kokerol (slak) zou zijn. Dat vind ik niet overtuigend, ’n slak zit toch niet de hele dag te koekeloeren?

 

Woord van de dag: leidraad

Het is weer nakijktijd op de hogeschool en ik zit braaf het ene portfolio na het andere van feedback te voorzien. Vandaag las ik dit: ‘Dit plan gebruiken we als lijndraad voor de promotie.’ Niet goed natuurlijk, maar wel een mooie fout, vind ik. Ik vermoed overigens dat de schrijver zich van geen kwaad bewust is.

Het goede woord is leidraad, dat richtsnoer of handleiding betekent. Letterlijk is het een draad die je leidt.

Volgens etymologiebank is de draad in leidraad de draad van Ariadne. Ze was een godin bij de oude Grieken die verliefd was op Theseus die het woeste monster de Minotaurus die in een labyrint huisde, moest verslaan. Ariadne gaf Theseus een bol wol mee die hij moest afwikkelen in het labyrint, zodat hij de uitgang weer zou kunnen terugvinden. Een lijndraad, zou je dus best kunnen zeggen.