Selecteer een pagina

‘Dief op heterdaad betrapt na zakkenrollen van agent’, kopt het Parool vanochtend. ‘Een argeloze dief viel in de nacht van zaterdag op zondag in het centrum door de mand toen hij zijn hand in de zak van een agent in burger liet verdwijnen,’ vervolgt het bericht.

Wat een sukkel, die dief. Maar om hem nou argeloos te noemen, zoals het Parool doet, dat gaat me te ver. Want argeloos betekent: ‘aan geen kwaad denkend, onschuldig.’ Dat lijkt me niet van toepassing op deze dief, die toch echt iets kwaads in de zin had.

De herkomst van het woord argeloos komt van ‘zonder arg = kwaad’ Bron: etymologiebank