Selecteer een pagina

‘God zeg, hoe heet -ie ook alweer’
‘Het ligt op ’t puntje van mijn tong’
‘Ja, ehh dinges, huppeldepup’

Collega S hoorde twee vrouwen met elkaar praten. Hij vroeg in de docentenkamer wie het woord ‘huppeldepup’ wel eens gebruikte. ‘Dat is niet echt mijn stijl’, zei collega F, smalend. Een ander, collega J, gebruikte het juist frequent.

Een synoniem voor huppeldepup is  ‘dinges’ of ‘hoe-heet-het’ en je kunt het gebruiken als je niet op een naam kunt komen. De oorsprong van het woord is lastig te vinden in de krochten van het wereldwijde web. Wel is ‘huppeldepuppel’ opgenomen in Hugo Brandt Corstius’ Opperlande taal- & letterkunde, waarin lijvig wordt verteld over een Leidse geschiedenisprofessor die ooit het spelletje ‘aars-baars’ bedacht en vervolgens verschijnt een opsomming van meerdere ‘inwendig rijmende woorden’ waaronder, maar natuurlijk, ‘huppeldepuppel’. Leest u het gehele verhaal gerust hier nog eens na.

Ik ken Huppeldepup als de aap uit Roald Dahl’s klassiekers De Reuzenkrokodil en De Griezels, maar het blijkt ook een alleraardigste schoenenwinkel voor dames en kinderen te zijn, een kinderdagverblijf in Leeuwarden en een puppyschool in Buinerveen, of all places.

Of wellicht leuk om een keer met ehh huppeldepup naar Huppel The Pub te gaan?