Selecteer een pagina

Vanavond is op NPO2 de documentaire Jolene te zien (20:55 uur). In Het Parool staat vandaag een stuk over barvrouw Jolene Niedick, de kop erboven: ‘Leven als rauwdouwer’. Ik dacht dat het ‘rauwdouw’ was, dus ik dook onmiddellijk in de spreekwoordelijke boeken. Wat blijkt, de oorspronkelijke vorm is ‘rouwdouw’, ‘rauwdouw’ mag ook en het achtervoegsel ‘-er’ is niet ongebruikelijk.

Een rouwdouw is een ruw persoon. Het is een Engels leenwoord, dat komt van row-dow of row-de-dow, lawaai, herrie. We spellen het woord hier ook als rauwdouw, wat waarschijnlijk komt door de associatie met rauw en douwen (ruw, hard duwen).

Volgens Het Parool is Jolene Niedick ‘een echte rauwdouwer met een plat Amsterdams accent, een doorrookte stem en overal tattoos. Geboren in de Kadijkenbuurt, opgegroeid als kind van twee verslaafde ouders, op haar zestiende moeder geworden, lid van de F-Side, barvrouw in een stripclub op de Wallen én afgestudeerd in de psychologie. Ze worstelt met een agressieprobleem en het feit dat ze is verlaten door haar stiefvader, de gewezen verslavingstherapeut Keith Bakker’.

Van zo’n leven ga je denk ik vanzelf rouwdouwen. Want wat niet fijn is, wordt snel grof.