Selecteer een pagina

Woord van de dag: hovaardig

Tineke Bennema noemt Ruttes weigering excuses te maken voor de slavernijgeschiedenis ahistorisch en hovaardig (NRC, 26 februari). Ik heb van die woorden waarvan ik wel ‘voel’ wat ze betekenen, maar als iemand me het op de man af zou vragen, kan ik geen definitie geven.  ‘Euh’, stamelde ik, toen me gevraagd werd wat hovaardig nou precies betekende, ‘hoogmoedig geloof ik, maar wat dat nou eigenlijk is…’. We zochten het op in mijn oude Van Dale. Daar stond ‘ingebeeld, trots, hoogmoedig’. Het woord komt van het Middelnederlandse woord ‘ho’ (hoog) en ‘vaert’ (het rijden, het gaan): iemand die hoog te paard zat, verhief zich boven anderen. Het lijkt me hoog tijd dat Rutte van zijn high horse afkomt.

 

Peilen of pijlen?

Over drie weken moeten zo’n 1000 tweedejaars studenten van onze opleidingen Communicatie en Creative Business op stage. Dat is normaal gesproken al geen sinecure, maar ‘door de situatie rondom de corona’s’ – zoals een studente mailde – wordt het er niet gemakkelijker op. Een andere student schreef me dat hij na vier sollicitaties de moed begon te verliezen, hij had nog van een bedrijf niets gehoord, maar, zo stond er ‘… ook bij deze stage kan de pijl er niet op getrokken worden’. Ik begreep onmiddellijk wat hij bedoelde, al stond het er niet. Deze jongen weet niet waar hij aan toe is – hij kan er geen peil op trekken. Het peil is het vaste punt aan de kust waarop zeelieden zich richten als ze willen bepalen waar het schip zich op zee bevindt. Als je zo’n punt niet hebt, raak je uit de koers. Een terechte zorg. Dus richt ik mijn pijlen (langwerpige, puntige voorwerpen om met een boog naar een doel geschoten te worden): op u: mocht uw bedrijf nog op zoek zijn naar een getalenteerde communicatie- of mediaprofessional in spe die goed is in social media, schrijven, audio, video, marketing, communicatieadvies en nog veel meer, zet uw stagevacature dan op onze Stage Facebookpagina).

Hoe zat het ook alweer? Palindroom

Vorige week las ik in het AD dat 2 februari 2020 een prachtige trouwdatum is, maar dat Utrechters er niet op zitten te wachten op die dag in de huwelijksboot te stappen. Ik dacht aan dit artikel toen ik gisteren deze tweet van @waaromweetikdit zag: 2 februari 2020 (02-02-2020) is de ultieme palindroomdag. Het is de 33e dag van dit jaar, terwijl er na die dag nog 333 dagen te gaan zijn tot het einde van het jaar. #02022020

Een palindroom is een woord waarin de letters symmetrisch gerangschikt zijn, zodanig dat het woord van achter naar voren gelezen hetzelfde is als van voor naar achter. Kok bijvoorbeeld, of meetsysteem. Er zijn ook palindroomzinnen: De mooie zeeman nam Anna mee zei oom Ed, of Gadsi, ’t is dag. En, zoals bovenstaande tweet bewijst, palindroomdata en -getallen.

Dat Utrechters er niet voor kiezen zich op die ultieme palindroom dag in de echt te laten verbinden, verbaasde mij aanvankelijk niet: 2 februari valt op een zondag en ik dacht dat je op de Dag des Heren niet kon trouwen. Niets is minder waar. In 32% van de Nederlandse gemeentes kun je op zondag in het huwelijk treden. Nadeel (volgens weddingplanner.nl): je betaalt er bij de gemeente iets meer voor. Voordeel: bijzondere locaties zouden juist goedkoper zijn.

 

Woord van de dag: kassiewijle

Naast mijn werk bij de hogeschool doe ik zo nu en dan wat redactieklussen. Ik ben nu redacteur van iemand die een boek over ‘goed sterven’ schrijft: hoe neem je afscheid van het leven als de dood je is aangezegd. Je kunt het maar één keer doen, en – zo blijkt – ook bij sterven is een goede voorbereiding het halve werk.

Vanochtend bezocht ik de auteur om samen de eerste versie van het boek door te nemen. Die versie had ik de afgelopen dagen twee keer doorgenomen en al lezend turfde ik hoe vaak de woorden ‘sterven’ en ‘doodgaan’ voorkwamen. Het viel mee, maar ik ging toch vast op zoek naar synoniemen. Keuze te over: verdwijnen, vergaan, verscheiden, creperen, de pijp uitgaan, doodgaan, expireren, heengaan, het loodje leggen, het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen, inslapen, insluimeren, ontslapen, overlijden, sterven, verrekken, versmachten, verstikken et cetera.

Een van de mooiste vind ik ‘kassiewijle’ – een woord uit het Jiddisch, dat ‘weg’ of ‘dood’ betekent. Het is een verbastering van ‘asjeweine’. In Trouw stond vorig jaar dat de etymologie van asjeweine een interessant perspectief biedt op het weg- of dood-zijn: de Hebreeuwse formule hašibhēnū, waarop asjeweine teruggaat, betekent namelijk letterlijk: ‘doe ons terugkeren’.

 

Woord van de dag: boudoir

Sinds kort verlaat ik op zondagavond mijn huis in Utrecht om er in principe pas op vrijdagavond weer terug te keren. Doordeweeks bewoon ik een pied-à-terre in Amsterdam. Het is even wennen, van 120 vierkante meter over drie verdiepingen naar 43 vierkante meter, eenhoog-achter. Meer dan volledig gemeubileerd, dat wel; de eigenaar is een jaar naar Beiroet en liet zijn hele inboedel staan. Toen mijn echtgenote me er laatst met een tas vol kleren afleverde riep ze ietwat onthutst: “Mijn hemel! Terug in de tijd. Het is net een boudoir!”

Een boudoir is volgens Van Dale een damesvertrek. Volgens het Algemeen Nederlands Woordenboek  hadden huizen van stand zo’n ‘klein, elegant en comfortabel vertrek met een intieme en persoonlijke sfeer. Dames konden zich er alleen of in het gezelschap van vertrouwde personen terugtrekken voor toilet en opschik, rust en overpeinzing, lectuur, conversatie enzovoorts’.

De vriendin die me aan dit etagetje hielp, omschreef het interieur als volgt: ‘Het is net Parijs! Denk: eindeloos veel lp’s, boeken, muziekinstrumenten, filosofisch, Jean Paul Sartre, Simone de Beauvoir. Heel romantisch.’ Prima plek dus om me doordeweeks terug te trekken of er met vriendinnen te converseren. Bij de thee serveer ik dan geen kaakje maar een boudoir, Frans voor onze Lange vinger.