Selecteer een pagina

‘Helemaal bedankt, man’, zegt een man in de Albert Heijn tegen de jongen achter de kassa die hem zijn kassabon overhandigt.

Wat zou die man zeggen als hij een cadeau voor zijn verjaardag krijgt?

‘Helemaal súper maar dan ook ook super bedankt, man’?

Met dat ‘helemaal’ is trouwens iets geks aan de hand.  Iemand zet een biertje voor je neus: helemaal lekker.  Het feestje van vorige week: helemaal te gek. Je maakt een afspraak om vanavond naar de film te gaan: helemaal fijn.  De nieuwe broek van je vriendin: helemaal goed.  Of als het echt een mooie broek is: hé-le-maal goed.

Helemaal is een bijwoord, maar kan volgens mij – in deze versterkende betekenis –  alleen gebruikt worden in een bijwoordelijke bepaling. je kunt het niet gebruiken als een ‘gewoon’ bijwoord. Je kunt immers niet spreken over een helemaal mooie film of een kop helemaal lekkere koffie.

Misschien is de man bij de Albert Heijn wel een taalpionier, die de opkomst van helemaal als gewoon bijwoord inluidt.