Taalbloggers zijn niet onfeilbaar. De titel van ons blog is dan ook meteen onze disclaimer.
Blogger Paul wees mij er vorige week op dat ik het woord chic fout geschreven had (namelijk als ‘chique’). Ik was mij van geen kwaad bewust.
Onze Taal legt het uit: ‘Chic gebruik je als het woord als [sjiek] moet klinken: een chic pak. De verbogen vorm, die als [sjieke] klinkt, wordt gespeld als chique: een chique jurk. De vergrotende trap is chiquer en de overtreffende trap is chicst.
Het Frans kent alleen de vorm chic. In het Nederlands wordt die vorm ook gebruikt als onverbogen vorm in bijvoorbeeld een chic pak, een chic hotel, die jurk staat chic. Maar als je er een e achter moet zetten, zoals in een [sjieke] jurk, levert chice de verkeerde uitspraak [sjiese] op. Daarom heeft men er in het Nederlands de Frans aandoende verbogen vorm chique bij verzonnen.’
Sjiek mag ook, maar is informeel of ironisch. Minder chic dus.
Nee, ‘sjiek’ mag juist niet van het Groene Boekje. Sinds 1995. Daarvóór was het niet-voorkeursspelling, maar wel toegestaan. Ik heb het altijd betreurd dat deze keus gemaakt is. De commissie had in 1995 voor sjiek – sjieke moeten kiezen. Nu stoort het mij namelijk dat zo vreselijk veel mensen niet weten dat de grondvorm ‘chic’ is. Het is mij zelfs al eens overkomen dat ik een stukje in de krant plaatste en dat een redacteur mijn ‘chic’ in ‘chique’ veranderde.
O ja, ‘sjiek’ mag trouwens wel van het Groene Boekje als je er ’tabakspruim’ mee bedoelt. Ik heb nog nooit iemand het woord in deze betekenis horen gebruiken, maar ja, ik hoor ook maar zelden iemand over tabakspruimen spreken. (Die heten ‘chiques’ in het Frans, ja, dat weet ik wel.)
En “sjiek” betekent niet alleen tabakspruim, maar is ook een synoniem voor kauwgom. Ik heb het woord in beide betekenissen al vaak gehoord (en gelezen). Maar chic is een sjiek allerminst (vind ik).