Veel studenten uit Noord-Holland schrijven ‘hij wilt’. Vaak zijn ze stomverbaasd als je ze erop wijst dat dat niet goed is. Het druist in tegen hun taalgevoel. Helemaal als ze horen dat ‘jij wilt’ wel correct is en in schrijftaal zelfs de voorkeur heeft boven ‘jij wil’.
Willen is een van de lastigste werkwoorden om te vervoegen.
Ook de verleden tijd is niet eenvoudig. Want moet je zeggen ‘ik wilde gisteren vroeg naar bed’ of ‘ik wou gisteren vroeg naar bed’? Deze zinnen zijn allebei goed, maar er is een betekenisverschil. ‘Wou’ is informeel, ‘wilde’ is formeler. In schrijftaal heeft ‘wilde’ de voorkeur, in spreektaal kun je beide varianten hanteren. Maar in een zakelijke of formele setting heeft ‘wilde’ ook in spreektaal de voorkeur.
Zo vervoeg je het werkwoord willen:
(het sterretje geeft de informele vorm aan)
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
ik wil | ik wilde / ik wou* |
jij wilt / jij wil* | jij wilde / jij wou* |
u wilt / u wil* | u wilde / u wou* |
hij wil | hij wilde / hij wou* |
wij willen | wij wilden / wij wouden* |
jullie willen | jullie wilden / jullie wouden* |
zij willen | zij wilden / zij wouden* |
Niet alleen studenten uit Noord-Holland wilten en wouden hoor. Ook die uit Brabant en Limburg kunnen er wat van. En vlak de Utrechters niet uit.
Als ex-Brabantse weet ik dat men daar inderdaad ook wouden zegt, of zelfs wouen. ‘Hij wilt’ zegt men daar dan weer niet.
De vorm ‘hij wilt’ kom je bij jongeren in grote delen van het land tegen. Ook steeds meer volwassenen beginnen dit over te nemen, is mijn waarneming. Er wordt wel gezegd dat ‘hij wilt’ een vorm van hypercorrectie is.
Dat merk ik ook. Derde persoon enkelvoud, stam + t, en hoezo is dat niet goed?
“Deze zinnen zijn allebei goed, maar er is een betekenisverschil.” Dit is geen betekenisverschil, maar een verschil in wanneer je het gebruikt. De betekenis van wou is niet anders dan die van wilde.
Waar staat “zij”
Ik vind wouden wel erg raar klinken
Maar ik dacht dat wilden toch in wouden wonen???