Toch fideel dat medeblogger Paul in het bericht hieronder niet alleen een geestig krantenbericht signaleert, maar en passant ook bijdraagt aan onze woordenschat.
Fideel is een prachtig woord met een goed humeur. Volkomen onterecht dreigt het wat in de vergetelheid te raken. Zullen we het weer wat vaker gebruiken opdat het niet uitsterft?
Fideel stamt af van het Latijnse woord fides, dat trouw betekent. De betekenis van fideel in het Nederlands is ’trouwhartig, aardig’. De Van Dale – die altijd gelijk heeft – meldt ook ‘gezellig’ als betekenis. Deze betekenis kende ik niet. Een fideel feestje klinkt mij dan ook vreemd in de oren.
Ik knik instemmend van achter mijn computer op ‘de zaak’. (Ik geef het direct toe, werkontwijkendgedrag!)
Het lijkt mij een puik plan om het woord ‘fideel’ weer te introduceren. Het is zo’n heerlijk kostschoolromanwoord. Ik vind het heel fideel van je dat je ons lezers (weer) op het spoor hebt gebracht van dit juweeltje.
Hartelijke groet,
Merel