Het is correctietijd op de hogeschool. Wij docenten zitten dagenlang portfolio’s na te kijken. Na een tijdje valt op dat veel mensen dezelfde fouten maken.
Zo merkte collega Thomas vanochtend op dat veel studenten in een nieuwsbericht over burgerprotesten het woord protestanten gebruiken. Dit is op zich een begrijpelijke fout. Iemand die demonstreert is een demonstrant, dus iemand die protesteert is een … Nee dus, een protestant is natuurlijk iemand met een bepaald geloof.
Een fout die ik vanochtend al een aantal malen ben tegenkomen is het gebruik van ‘is’ in plaats van ‘eens’. Ik las bijvoorbeeld: ‘ik heb wel is meegemaakt dat…’ Deze zin is fout.
‘Is’ is een vervoeging van het werkwoord ‘zijn’ (‘hij is lief’).
‘Eens’ betekent ‘een keer, ooit’ (‘hij zei eens dat hij schrijver wil worden’) of ‘dezelfde mening hebben’ (we zijn het erover eens dat dit een goed boek is).
Ook ik kijk na. Het wemelt van de ‘doormiddel van’.
Dat verkeerde gebruik van “is” lijkt me uit sms-taal en chat-taal te zijn overgewaaid.
Niet noodzakelijk! Twintig jaar geleden werd die fout ook al gemaakt. Toen was er van sms en tutti quanti nog geen sprake.
Ik vertelde hierover aan de etenstafel en de 11-jarige merkte op dat het gebruik van de term protestant hier eigenlijk wel klopt. Ze heeft een werkstuk gemaakt over de Beeldenstorm. Tegenstanders van de katholieke kerk protesteerden tegen het verplichte katholieke geloof en werden daarom Protestanten genoemd.
Dat vermaledijde ‘is’ in plaats van ‘eens’, zou dat gewoon komen doordat ze bij ’s de apostrophe verwarren voor een i? Neeeeee toch…?
Ik vermoed dat het komt omdat in de spreektaal het verschil tussen ‘eens’ en ‘is’ vaak niet duidelijk hoorbaar is.
Het dateert al van heel lang terug.
Toen ik op de middelbare school zat was het me al een doorn in het oog! En dat is ruim 40 jaar geleden :-))
Ze horen ‘is’ dus ze schrijven ‘is’…….