In een propedeusetentamen stond vorige week het woord ‘doublure’, een woord dat ook in het lesboek voorkwam. De coördinator kreeg er klachten over, niet iedereen bleek de betekenis te kennen.
Daarom als service van de zaak: de uitleg.
Doublure verklapt zijn betekenis al een beetje aan degene die Engels of Frans spreekt: double, dubbel. Doublure is een zelfstandig naamwoord dat herhaling betekent, het duidt iets aan wat twee keer voorkomt.
Voorbeeld: ‘als ik mijn telefoon synchroniseer, moet ik altijd de doublures uit mijn contactenlijst halen.’
Doublure betekent ook zittenblijven: ‘door de doublure van de derde klas waren mijn cijfers in de vierde een stuk hoger.’
En tot slot betekent het plaatsvervangend toneelspeler, in het Engels de understudy.
Tot (echte) slot, de allereerste betekenis van doublure: voering (stof waarmee iets vanbinnen bekleed wordt of is). Zoals in: japonvoering, jurkvoering, kraagvoering, mouwvoering, rokvoering, … Afgeleid, kun je ook een tinnen, gouden, … doublure hebben. Dan is de binnenkant van een voorwerp afgewerkt met die stof.,
Of je zegt gewoon dubbele