Je hebt meerderheden en meerderheden. Een gewone meerderheid betekent: de meeste voorstanders. Bij een absolute meerderheid gaat het om de helft plus één. Of de helft plus een half als je in andere eenheden rekent.
Soms komen deze beide meerderheden overeen. Als je twee keuzemogelijkheden hebt en iedereen stemt, dan vallen de gewone meerderheid en de absolute meerderheid samen. Als je meer dan twee keuzemogelijkheden hebt, kan dat anders uitpakken. Dan kun je wel een meerderheid hebben, maar dat hoeft dan geen absolute meerderheid te zijn. Dat geldt ook als deelnemers zich van stemming onthouden.
Dan heb je ook nog de zogenoemde gekwalificeerde meerderheid. Daarbij gelden aanvullende voorwaarden. Bijvoorbeeld: voor een wijziging van de Nederlandse Grondwet is ten minste twee derde van de stemmen in de Tweede en de Eerste Kamer nodig. In Europese gremia gelden veel ingewikkelder regels om iets aangenomen te krijgen.
Minister Plasterk introduceerde vanavond in het NOS Journaal een mij nog onbekende meerderheid: de meerderheid plus één. De ietsje-meer-dan-gewone-meerderheid dus.
Recente reacties