Veel mensen – ‘mijn’ studenten in het bijzonder – schrijven vantevoren, van te voren, vante voren (ik geef toe, pas een keer gezien) en vantervoren. Diezelfde mensen schrijven ook vaak doormiddel van.
Dat je niet helemaal zeker weet hoe je van tevoren schrijft, snap ik nog enigszins. Maar doormiddel van? Hoe kom je erop. Zie je dan niet dat doormiddel niets is? Heeft het voorzetsel dan geen enkele waarde meer? Of weet je niet wat een voorzetsel is? (“Ooo, de kooiwoorden”, riep een van de studenten.)
Daarom voor eens en hopelijk altijd: het is van tevoren en door middel van.
Tja, het is is nu eenmaal een gangbaar verschijnsel dat veelgebruikte uitdrukkingen ertoe neigen aan elkaar te worden geschreven. Er is niemand die nog raar opkijkt van aaneenschrijvingen als onverrichterzake, tegelijkertijd, terug, achterstevoren, halsoverkop, bijvoorbeeld of enzovoort, en toch waren dat ooit allemaal losse woorden. En aangezien die woorden ook nog steeds stuk voor stuk op zichzelf kunnen worden gebruikt, is het niet zo verwonderlijk dat een student hier ‘fouten’ in maakt.
Natuurlijk is “door middel van” wél een gruweluitdrukking. Als ik een tekst nalees, verdwijnt het roemloos in de vuilnisbak, of het nu aan elkaar geschreven is of niet!