Selecteer een pagina

Vanochtend kwam er een studente schoorvoetend onze docentenkamer binnen. Ze wilde een docent een vraag stellen en wist niet zeker of ze welkom was. Altijd! Die deuren zijn alleen maar dicht voor het lawaai, niet omdat jullie niet binnen mogen komen.

Schoorvoetend betekent ‘aarzelend, een beetje bang’. Van Dale meldt ‘tegenstribbelend, niet graag’.

Schoorvoetend is het tegenwoordig deelwoord van het verouderde werkwoord schoorvoeten ‘de voeten schrap zetten’. Een schoor is een steunbalk. Dit zie je terug in schoorsteen. Het bijvoeglijk naamwoord schoor betekent: strak in schuinse richting. Z’n voeten schoor zetten is dus: z’n voeten dwars zetten.

Bron: Etymologiebank