Hèhè, ik zit achter mijn bureau, hoor. De ochtend begon desastreus met allerhande klein leed. Eerst trof ik mijn fietsband lek, iemand met een apart gevoel voor humor had het ventiel losgedraaid. Bij het oppompen van mijn band ging ik vól in de drol staan van de hond van die lul uit de buurt die te beroerd is om een zakje mee te nemen. Toen ik kokhalzend met een lucifer de kak uit mijn profielzool stond te peuteren, werd ik uitgelachen door een groepje passerende scholieren. Nou ja, vooruit, waarschijnlijk bood ik ook een vermakelijke aanblik. Maar door dit oponthoud miste ik mijn trein en de volgende had vanzelfsprekend vertraging, zo gaan die dingen.
Ach, natuurlijk is dit volstrekt niet desastreus, dat is de situatie in Zuid-Soedan. Ik bediende mij van de stijlfiguur hyperbool (overdrijving). Desastreus betekent rampzalig. Het stamt af van het Franse ‘désastreux’, dat dezelfde betekenis heeft. Ook het Engelse disaster is verwant.
En gaat uiteindelijk terug op dis-astrum, ‘slecht gesternte’.
Maareh, sinds wanneer is een lege band lek?