De zomervakantie nadert. De ene collega gaat naar Italië, een ander naar Portugal, een derde naar China. De echte avonturier kijkt een beetje neer op onze zorgvuldig uitgezochte vakantiehuisjes. Hij gooit zijn tentje achterin en gaat op de bonnefooi. Hij ziet wel waar hij uitkomt. Da’s nou juist het leuke van vakantie, vindt hij.
Wij, de planners, glimlachen welwillend. Wij hebben er al een half jaar voorpret opzitten. Heerlijk!
Bonnefooi betekent op goed geluk. Het is een verbastering van het Franse à la bonne foi.
‘Bonne foi’ is eigenlijk ‘goed geloof’, ‘goed vertrouwen’.
Men gelooft erin, men vertrouwt erop dat het goed komt.
Hier dit geval ‘zonder de nodige voorbereidingen’.