Het Parool heeft deze week blootweek. Elke dag is het grootste deel van de bijlage PS gewijd aan het thema. Er zijn achtergrondartikelen over de nieuwe preutsheid, modeverhalen over de beha die uit het modebeeld verdwijnt en de culinaire rubriek brengt broodjes rosbief en the naked chef.
Gisteren was er een reportage van Caroline van Keeken over sexting. Jongeren sturen elkaar via Whatsapp of Snapchat blootfoto’s of -filmpjes. Als je een flow hebt met een meisje (een date maar geen relatie), kun je haar bijvoorbeeld vragen om een foto van haar borsten. Maar niet iedereen gaat natuurlijk in op dat verzoek. ‘Je wilt geen motje of banga genoemd worden,’ zegt één van de geïnterviewde meisjes.
Een motje is een meisje met een vrije seksuele moraal. Er zijn veel synoniemen voor motje: banga, sletje, sloerie, del, snol, lellebel. En allemaal zijn ze negatief.
Taal zegt altijd iets over de cultuur. In onze cultuur zijn we negatief over seksueel actieve vrouwen. Maar we zijn er ook zo door gefascineerd dat we er een hoop synoniemen voor hebben.
Een motje was al een huwelijk dat vanwege een voortijdige ( voor- huwelijkse )zwangerschap gesloten werd.
Motje is een informele variant van een moetje. Kennelijk nu ook met een nieuwe bijbetekenis en mogelijk vooral bekend in Amsterdam. Ik kan nog aanvullen met slettenbak en een afgelikte boterham. Ook is in sommige streken een slons een synoniem voor een hoerig type, annex ontuchtige vrouw. Het is allemaal niet fraai en seksistisch, maar geef de woorden niet de schuld.
@dirkjan: ik associeerde motje eerder met vlinder, maar ik heb geen idee of dat ook juist is.
@lisette Ik had nog nooit van motje voor slet gehoord en kende het ook niet als mogelijke variant van een moetje. Dat verband ligt voor de hand, maar is niet juist, ben ik nu achter gekomen. Vroeger had mot(je) ook de betekenis van hoer en volgens het WNT mogelijk afgeleid van de benaming voor een zeug of van een vagina. Onduidelijk.
Op internet kwam ik een paar keer de combinatie motje/motjo tegen en ik kwam erachter dat motjo Surinaams is. Via een bron kwam ik erachter dat motjo hoer betekent in het Surinaams en in een ver verleden al is afgeleid van motje. Dus mogelijk is dit actuele Surinaamse slangwoord weer vertaald naar zijn oude vorm van motje door (Nederlandse?) jongeren. Het heeft dan niets met een vlinder te maken, maar kan toch een rol hebben gespeeld. Maar met een moetje heeft het niets te maken. Tenzij moetje weer van motje is afgeleid. Moeilijk om het zeker vast te stellen. Ik heb niet heel intensief gegoogeld en heb geen linkjes bijgehouden. Toch leuk.
In mijn geboortegebied zegt men ‘motte’ i.p.v.’moeten’.