Ik koop elke maand een staatslot. Natuurlijk win ik nooit iets, ja, soms 7,50. Maar dat geeft niet, want elke maand opnieuw fantaseer ik hoe ik mijn leven als puissant rijke vrouw zal gaan inrichten. Alleen dat al is die 14,50 elke maand waard. Zonder lot zou die droom nergens op slaan, nu is er altijd een piepklein kansje dat ik binnenkort in een loft in Parijs woon.
Puissant betekent ‘machtig’, ‘geweldig’, ‘vermogend’. Het wordt altijd gebruikt in combinatie met het woord rijk: puissant rijk. Maar eigenlijk is dat dus dubbelop gezegd, een zogenaamd pleonasme.
Puissant is een leenwoord uit het Frans, een oude vorm van het tegenwoordig deelwoord van pouvoir ‘kunnen’.
Over taal en de herkomst en betekenis van woorden valt veel te muggenziften en omdat vandaag Van Dale zijn 150-jarig jubileum viert in Den Haag, doe ik dat nu -met plezier- ook weer.
Je schrijft dat puissant machtig, geweldig en vermogend betekent. Ik heb even gegoogeld en ik kan denk ik wel herleiden waar je dat vandaan hebt, maar dat zijn geen betrouwbare bronnen, want volgens de Van Dale en de etymologiebank betekent het ‘zeer’, een graad van grote rijkdom, verder niets. Puissant betekent in het Frans ook machtig (un roi puissant), maar die betekenis kennen we hier niet (meer).
Puissant kennen we inderdaad alleen in de vaste verbinding met rijk, puissant rijk, maar is dan toch geen pleonasme te noemen. In het WNT is nog de zin te vinden, ‘een puissant gekleurd oosters tapijt‘. Puissant wordt hier vertaald met ‘rijk’. maar ook hier dus in de betekenis van zeer.
In het Engels is de etymologie:
mid-15c., from Middle French puissant “strong, mighty, powerful,” earlier poissant (12c.), from stem of Old French poeir “to be able”
En in het Engels en ook Frans betekent puissant nog steeds machtig. Ook de eerste Van Dale uit 1864 vermeldt nog die betekenis, maar die is in het Nederlands kennelijk verloren gegaan, vandaar dat de actuele Van Dale het niet meer noemt. En de uitspraak zal zich ook hebben aangepast, nog wel het Franse pu-ie, maar sant met een nadrukkelijke t.
Kom net in de nrc de naam Puissant tegen. De Zweed Roslin schildert Hamelin, belastingpachter van koning lodewijk 16, die getrouwd was met de zeer welgestelde Marie Jeanne Puissant. Zou daar de term Puissant vandaan kunnen komen. Praten als Brugmans is immers ook zo ontstaan.
Het is onwaarschijnlijk tot uitgesloten dat puissant ontleend is aan een familienaam. De naam moet al rijk of machtig hebben betekent. Alle bronnen wijzen op het ontstaan in de 15e eeuw en wat weer uiteindelijk teruggaat tot het Latijnse posse, wat kunnen betekent. Anders was het een zogenaamd eponiem geweest, een naam waar een algemeen woord aan is ontleend, zoals de sandwich zijn naam dankt aan graaf Sandwich. Wel toevallig dat je die naam tegenkomt.
http://www.etymonline.com/index.php?term=puissant