‘De doelgroep van mijn digitale magazine bestaat uit 20 tot 30 jarige vrouwen,’ lees ik in een rapport van een student. Ik zie het helemaal voor me: de beste feestlocaties, cadeautips, feesthapjes, de lekkerste taarten, playlists. Wat een ontzettend leuk idee, een verjaardagstijdschrift! Maar waarom voor maximaal dertig vrouwen?
Maar het bleek hier om een andere doelgroep te gaan: ‘20- tot 30-jarige vrouwen’. Ook best leuk, zij het minder verrassend.
In samenstellingen van een cijfer en een woord schrijf je altijd een verbindingsstreepje tussen het cijfer en het woord. Dus ‘20-jarig’. Als je het getal voluit schrijft, schrijf je de samenstelling aanelkaar: ‘twintigjarig’. Dit verdient de voorkeur.
In bovengenoemd voorbeeld wordt bedoeld ’20-jarige vrouwen tot 30-jarige vrouwen’. Dat trek je samen als ’20- tot 30-jarige vrouwen’. Het streepje achter 20 duidt aan dat er iets is weggelaten.
Bron: Onze Taal
Ben ik de 1ste of de 2de met een reactie? Voor mij voelt dat beter dan 1-ste of 2-de. Moet dat streepje echt altijd?
Dag Willem, 1ste en 2de schrijf je zonder streepje. Het streepje schrijf je alleen in samenstellingen. 1ste is geen samenstelling, want het gaat hier niet om twee zelfstandige woorden. Het is een rangtelwoord met een achtervoegsel.
Het blijft een lastig ding, dat streepje!
“Vandaar het werkwoord handkoffer!” (het vaste gezegde van een oom van mij als hij iets opeens wel begrijpt)