Maandag vierden we dus feest. ‘Brak’ is een woord dat dinsdagochtend mijn lichamelijke gesteldheid goed omschreef. Collega Machteld, die waarschijnlijk geen last had van een brak gevoel, tipte diezelfde ochtend het woord ‘boutade’. ‘Terugdringen, verslaan’ betekent haar woord, maar mijn kater bleef helaas de hele dag aanwezig.
Studenten refereren ook wel eens aan deze lichamelijke gesteldheid. ‘Ik ben zó brak’, hoorde ik laatst in mijn klas. Wellicht heeft het iets te maken met het werkwoord ‘braken’? ‘Brak’ verwijst echter ook naar ‘ziltig water’ en ‘jachthond’.
Bron: Etymologiebank
Wat de etymologie is van brak in brak water is niet bekend. Volgens de etymologiebank is het mogelijk verwant met breken omdat brak water half zout en half zoet is. In het Frans is een brak een half zouten haring.
Waar brak in verband met een kater vandaan komt kan ik nergens vinden. De associatie met braken ligt voor de hand, maar ik denk dat het ook van brak water is afgeleid omdat het een vieze smaak heeft, net zoals je na een kater de smaak van tien dooie vogeltjes in je mond kan hebben. Of brak als afleiding van gebroken. En is een haring (een brak) niet een goed middel tegen een kater? Maar het is allemaal gissen.
En ik weet niet hoe brak je nog was toen je de blog van Machteld las over een boutade, maar het betekent in het Nederlands niet ‘terugdringen, verslaan’, maar een geestige uitval. Wat je aanhaalt is de betekenis in het Frans.
Enfin. Hartelijk welkom! 😉
Zo ziet u, ik zeg ook maar wat.