Selecteer een pagina

Een student schrijft dat docenten zich goed in trends moeten verdiepen als zij de studenten willen vermaken: “Ik denk dat dit erg belangrijk is, al kijk ik naar mijn eigen lessen.”

Pardon? Als je vermaakt wilt worden, ga je toch niet naar schóól? Persoonlijk vind ik de bioscoop dan leuker.

Afgezien daarvan: de formulering met een foutief gebruik van het voegwoord ‘al’ (‘al kijk ik naar mijn eigen lessen’) kom ik vaker tegen. Correct zou zijn: ‘als ik naar mijn eigen lessen kijk.’

Mijn taalgevoel vertelt mij dat de zin fout is. Maar ik moest er wel even diep over nadenken waarom dat zo is. Ik denk dat het zo zit: het woord ‘al’ is hier gebruikt als voegwoord van voorwaarde. Maar alleen ‘als’, ‘wanneer’, ‘indien’ en ‘mits’ kunnen als voegwoord van voorwaarde gebruikt worden.

‘Al’ kan wel als voegwoord gebruikt worden, maar dan als voegwoord van toegeving: ‘Al regent het morgen nog zo hard, ik kom gewoon op de fiets.’

Ik vermoed dat het foutief gebruik van ‘al’ in sommige regio’s (Zuid Nederland?) meer voorkomt dan in andere. Of vergis ik me? Aanvullingen zijn welkom.