Ik was in Parijs. Daar regende het maar dat gaf niks want de brasseries waren warm en genoeglijk. Ik kan daar met gemak uren zitten om wat te kijken naar de voorbijgangers die zich voorbijspoeden en vooral naar de mensen in het café. Ik ben licht jaloers op de Parisiennes met hun elegante je ne sais quoi-stijl. Op het eerste gezicht lijkt het alsof ze nonchalant zomaar iets hebben aangetrokken, maar als je goed kijkt, blijkt dat dan een kasjmier trui van vijfhonderd euro te zijn. Het is een bestudeerde nonchalance.
Als ze boven de zeventig zijn, laten ze de nonchalance varen en zitten ze strak in de make-up, sieraden en mantelpak met hun vriendinnen een vin blanc te drinken in de brasserie. Dat lijkt mij een heerlijke oude dag.
Nonchalance betekent achteloosheid. Het is een leenwoord uit het Frans dat het weer heeft geleend van het Latijnse ‘non’ + ‘calere’ (zich druk maken).
Leuk, ik kom in je stukje de zinsnede ‘bestudeerde nonchalance’ tegen. Dat heb ik ook wel gebruikt en Google wijst uit dat het redelijk vaak voorkomt. Het is de omschrijving van het Italiaanse woord ‘sprezzatura’ dat wel bekend is in het Engels taalgebied, maar nauwelijks in Nederland, het staat ook niet in de Van Dale. Jammer vind ik dat, want ik vind het een schitterend woord, zowel kwa vorm, uitspraak en betekenis. Ik ga er verder niet op in en verwijs naar een korte uitleg in de Woordpost van Onze Taal (die de omschrijving niet gemunt hebben, want hij komt al eerder voor) en naar een uitgebreid verhaal op de Engelse Wikipedia. Van mij mogen taalliefhebbers sprezzatura vaker gebruiken, ook al vind ik ‘bestudeerde nonchalance’ ook een mooi alternatief. En wie sprezzatura gebruikt (en dan vragen mensen, wat betekent dat?) die heeft natuurlijk ook een beetje sprezzatura. 😉
http://www.woordpost.nl/archief/sprezzatura.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Sprezzatura