Selecteer een pagina

Pijpenstelen

Zohee, wat een regen vanochtend. Daar heeft het Nederlands de uitdrukking ‘het regent pijpenstelen’ voor. Ik vind het een prachtige beeldspraak, die me altijd doet denken aan een regenfoto van Saul Leiter.

Pijprokende mannen zijn allang uit het straatbeeld verdwenen, maar de pijp leeft voor in deze metafoor.

In het Engels regent het cats en dogs; dat vind ik veel minder mooi, want vergezochter. Weet iemand hoe het regent in andere talen?

Wie zou de metafoor van de pijpenstelen eigenlijk bedacht hebben, zou het een schrijver of dichter geweest zijn?

 

Woordenboekspel 18 december 2014

Het Ikzegookmaarwat-Woordenboekspel!

1. Wat is de betekenis van het woord fourragères?

 

 

Woord van de dag: larmoyant

Ik kan niet goed tegen december. Dat wil zeggen: ik kan niet goed tegen de dagen ná 5 december. Komt door ‘de feestdagen’. Ik heb daar niks mee, vind ze verre van feestelijk en als ik een kerstboom zie, krijg ik tranen in mijn ogen van machteloze woede (ik denk dat ik eens in therapie moet om uit te zoeken waar dit vandaan komt). Toen ik er laatst met een vriendin over sprak, noemde ze dat larmoyant. Ik denk dat dat woord verkeerd gekozen was, want larmoyant betekent ‘met al te veel en te makkelijk vloeiende tranen, sentimenteel-bedroefd’ (Van Dale). En dat laatste is nu net wat ik níet ben.

 

 

Boekenberg

Vandaag naast mijn bed: Liefdesdood in Kamara en andere Japanse verhalen (kreeg ik voor mijn verjaardag, lees ik zo nu en dan in), Os Maias van Eca de Quieroz (Portugees familie-epos dat me vorig jaar in Lissabon door mijn Portugese lerares werd aangeraden omdat ze dacht dat ik dat al wel zou kunnen lezen zonder bij elk woord het woordenboek te moeten pakken), de twaalfde editie van Das Magazin (een literair tijdschrift dat ik u zeer kan aanbevelen), Een dwaze maagd van Ida Simons (is ‘men’ weg van, ik kom er niet doorheen), Kaddisj voor een kut van Verhelst (lezen we deze maand met de boekenclub van de opleiding), Levenslessen van meneer Kamori (gaf mijn schoonzus me twee jaar geleden voor Sinterklaas), Het beste van Steenhuis (cryptogrammen voor slapeloze nachten), Ich will doch nur, dass ihr mich liebt, 25 jaar Arnon Grunberg (van Sint, verheug ik me op), Nora Webster van Colm Tóibín (gaf mijn vader me mee), Kokoro van Soseki Natsume (las ik een recensie over, wilde ik onmiddellijk hebben).

Beneden ligt nog zo’n stapel. Op mijn e-reader staan nog zeker twintig ongelezen boeken. En dat aantal neemt met het oog op de kerstvakantie ongetwijfeld toe. Japanners hebben een woord voor dit fenomeen. Tsundoku: de handeling een boek ongelezen te laten, gewoonlijk opgestapeld op andere boeken die nog gelezen moeten worden. (wiktionairy). In Engeland gaan stemmen op het woord op te nemen in de Engelse taal, las ik deze week op openculture.com. Mag van mij ook in de volgende editie van Van Dale.