Selecteer een pagina

De hele grijze, natte vorige week stond ik al te popelen om een kerstboom te kopen. Fijn, lichtjes in huis. Vandaag was het zover. Ik heb een prachtige Nordmann aangeschaft bij de kerstbomenverkoper op de markt.

Wat zou zo’n man eigenlijk de rest van het jaar doen? Of zou het zo’n gouden handel zijn dat je met drie weekjes kleumen op de markt de rest van het jaar in een villa in Portugal kunt zitten?

Ik dat geval sta ik te popelen om volgend jaar ook ‘in de kerstbomen’ te gaan.

Popelen betekent ‘gespannen uitkijken naar.’ Het woord stamt uit het Middelnederlands, popelen was toen een klanknabootsend woord dat ‘kloppen, zachtjes borrelen’ betekende. Later ging het ‘met kloppend hart verlangen naar’ betekenen.

Bron: Etymologiebank