Het is een wonder dat je zonder erover na te denken grammaticaal juiste volzinnen kunt uitspreken. Taal is ontzettend ingewikkeld met werkwoordstijden, vervoegingen, uitzonderingen op uitzonderingen. Maar onze hersens zetten schijnbaar moeiteloos onze gedachten in correcte woorden en zinnen om.
Heel soms, als je moe bent of heel snel spreekt, verhaspel je weleens woorden. Dan zeg je bijvoorbeeld ‘boemba’ in plaats van ‘bamboe’ of ‘ik doe mijn tante in de was’ in plaats van ‘ik doe mijn wanten in de tas’. Meestal tot grote hilariteit van jezelf en je gesprekspartner.
Eeen ander type verhaspeling is de verkeerde uitdrukking. Die komt vaak voort uit onwetendheid. Zo hoorde ik laatst iemand ‘met volle mond ja’ zeggen in plaats van ‘volmondig ja’ zeggen. En in de rubriek ‘Ruggespraak’ van Onze Taal van deze maand las ik ‘Het is niet alleen maar kommen en kwijl’ (kommer en kwel).
Een verhaspeling is een verwarring van woorden of delen van woorden. Het woord stamt af van haspel, een ding om kabels of touw op te winden. Bij een verhaspeling is een woord of uitdrukking door de war geraakt. Meer lezen over vermakelijke verhaspelingen kan op de site verhaspeling.
Verhaspelingen van spreekwoorden en gezegden worden ook wel ‘spreekmoorden en verzegden’ genoemd.
“door de war”, moet dat – in de zin hierboven – niet “door elkaar” zijn? “door de war” betekent immers “niet in orde”. De website verhaspeling schrijft: door elkaar halen. Lijkt me logischer.
“Door de war” wordt verward met “in de war”. Vergelijk “opnieuw” en “overnieuw”, of “op reis” en “met vakantie” (wordt “op vakantie”), of “intussen” met “onderwijl” (wordt “ondertussen”). Als dingen lang genoeg gezegd worden, is het niet meer als zodanig fout. De regels lopen achter de taal aan, niet andersom.
Als verhaspeling tegenwoordig kom ik vaak tegen: “Ik heb hem hoog zitten” terwijl men m.i. in de context van bewondering bedoelt “hoog staan”. Dat zit mij dan weer hoog… (dat zit mij dwars)
De mooiste verspreking vond ik “Ruik aan me reet” in plaats van “Reken maar uit”