Collega Lisette werd gisteren tureluurs van het nakijken. Zelf kreeg ik er vrijdag grijze haren van. Ik kijk programmavoorstellen van propedeusestudenten na. Ze kregen de opdracht een actualiteitenprogramma voor jongeren te bedenken. In vier voorstellen las ik: ‘Er komen elke week nieuwsberichten aanbod’. Twee keer kwam ik ‘Een BNN-presentator doet dan een aan bod’…
Dat had natuurlijk precies andersom gemoeten. Iets komt aan bod (aan de orde), en je doet iemand een aanbod (je stelt iemand iets voor, je biedt iemand iets aan).
In de voorstellen staat ook weer veel ‘doormiddel van‘ en ‘er was is‘. Ik heb vanochtend in Word macro’s gemaakt die studenten meteen naar deze blog verwijzen. De tekst: In deze zin staat een taalfout. Kom je er niet uit? Op ikzegookmaarwat.nl komen veelgemaakte fouten aan bod.
Die verklevingen zie je inderdaad steeds vaker: we zijn opzoek naar, ik ga uiteten, dat is opzich wel leuk.
En dat ’s en ‘ns afkomstig zijn van eens, weten veel weiniglezers niet meer. “Er was eens” klinkt als “erwazzis” en “ik zal eens” klinkt als “ikzallis”. Wanneer je dan het woordbeeld niet hebt, ga je schrijven wat je hoort.
Ik weet niet of je ze “steeds vaker” ziet; het is een proces van alle tijden en talen dat veelgebruikte constructies langzamerhand als één geheel worden beschouwd en na verloop van tijd dan ook aan elkaar worden geschreven. Tenslotte, terloops, nadien, vooraan, weliswaar, thuis (< te huis), tezamen, mettertijd, bijgevolg, ondertussen, insgelijks, niettegenstaande, halsoverkop, ondersteboven, desondanks, inderdaad, bovendien, uiteraard, opzij et cetera waren ooit allemaal losse woorden. Het enige verschil met opzich en uiteten is dat we die laatste niet hebben geleerd toen we jong waren en dus ‘fout’ vinden, maar het proces is exact hetzelfde.
Wel opletten met je “tenslotte”, want dat heeft niet dezelfde betekenis als ten slotte! Idem voor het tweespan teneinde en ten einde!
En tenminste en ten minste. Maar ooit betekenden zulke varianten wèl hetzelfde; er is op een gegeven moment handig gebruik gemaakt van de twee mogelijke spellingswijzen om een betekenisonderscheid te maken dat inmiddels was ontstaan. Zie ook hun versus hen, wat aanvankelijk twee toegestane varianten van hetzelfde woord waren. Pas later (in de 17e eeuw) werd er van die variatie gebruik gemaakt om het onderscheid tussen derde en vierde naamval aan te geven. Ook dit proces (soms exaptatie genoemd) is zeer gangbaar in de evolutie van talen.
Laat ik het dan zo zeggen: het zijn deze verklevingen die ik de laatste jaren (in het onderwijs) steeds vaker gezien heb.
@ Ladybug : ga ik volledig mee akkoord. Velen weten niet meer waar ’s en ‘ns de verkorte vorm van is. De sms taal neemt over en ik stoor me daar ontzettend aan. Om nog niet te spreken over de ‘dt’ fouten waar je tegenwoordig niemand meer mag op wijzen want men vindt het niet belangrijk meer.