Selecteer een pagina

De hoofdregel is: stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden (dat zijn bijvoeglijke naamwoorden die een stof of materiaal aanduiden) krijgen -en of –n na de stofnaam: katoenen bloes, houten tafel, stalen schroef, pluchen konijn.

Dus dan is het ook suèden jas? Nee, want dat is natuurlijk weer een uitzondering op de regel. Het is suède jas.

Suède komt van ‘peau de suède’. Volgens de Etymologiebank werd het aanvankelijk vooral gebruikt voor handschoenen, gemaakt van lamsleer waarbij de vleeszijde zichtbaar is. Ze werden vroeger vooral in enkele Deense en Zweedse steden werden geproduceerd.

Bron: Onze Taal