Of ik goed geslapen had, vroeg een collega gisteren. ‘Niet echt’, antwoordde ik. Verbaasde haar niet, ik zag er nogal belabberd uit… En bedankt!
Belabberd betekent ‘zeer slecht, akelig’. Het zou van het werkwoord ‘belabben’ komen dat ‘bevuilen, bezoedelen’ betekent. (Etymologiebank)
Bij nader inzien bleek het trouwens nogal mee te vallen hoe beroerd ik eruit zag: we zagen elkaar in de lift, en daar is het licht gewoon beroerd.
Heel klein puntje. Op het einde van de derde zin, na het woordje ‘uit’ staan drie puntjes. Het zogenaamde beletselteken. De meeste taal- en stijladviseurs zijn niet enthousiast over dit gebruik (wel bij kwoots tussen haakjes (…), maar ze zijn het allemaal eens dat er een spatie tussen het woord en de drie puntjes horen. Kwam ik pas laat achter en is zeker een goede tip. Ik gebruik het beletselteken nog wel …
Ze zijn het allemaal eens. Of: ze zijn het er allemaal over eens, dat …
En zet een “harde spatie” tussen het woord en het beletselteken, dan komt dat teken nooit alleen op de volgende regel terecht.