Ik had een nieuw recept uitgeprobeerd. ‘Best lekker’, zei een tafelgenoot lief.
Hmpf, dan weet je dus dat het eigenlijk helemaal niet lekker is. Anders had hij ‘lekker’ gezegd of ‘heerlijk’.
‘Is het niet goed?’ vroeg ik naar de bekende weg. ‘Prima hoor,’ zei een ander. De doodsteek kwam van nummer drie: ‘Ja hoor, best prima.’
Van Nederlanders wordt vaak gezegd dat ze het meest directe volk op aarde zijn. Maar desondanks beheersen de meesten van ons de kunst van het indirecte taalgebruik gelukkig uitstekend.
Ik herinner me uit het begin van de jaren ’80 het toppunt van neerbuigendheid, wanneer een zogeheten welzijnswerker over een deelnemer zei, dat hij of zij “eigenlijk best wel prima” bezig was.
Ugggggh! (vinger in keel).