‘We moeten nieuwe koffiebekers. Zullen we er een leuk printje op doen?’
‘Nee man, er moet een spreuk op.’
‘Wat dan, iets over dat de koffie lekker is, of zo?’
‘Nee, we doen iets met storytelling, dat is nu helemaal de bom.’
‘Een verhaaltje? Leuk!’
‘Nah, gewoon iets lekker vaags, weet je wel. De mensen moeten iets vóelen.’
Ik voel irritatie. Dat is míjn moment.
Als ze die laatste regel hadden weggelaten had het nog te pruimen geweest, ni komt de groene gal omhoog
Heeelalala mevrouwtje, zitten wij daar een beetje eigenhandig een moment te hebben? Dat hadden wij niet afgesproken hè. Dat is ònze zaak, dat moment van u.