Onze baas heeft een hekel aan vergaderen, heel verfrissend. Maar als manager ontkom je er natuurlijk toch niet aan om zo nu en dan eens te vergaderen. Zeker niet in het onderwijs waar een echte vergadercultuur heerst.
Dus als hij welgemoed met zijn laptop onder zijn arm naar een vergadering vertrekt, joelen wij hem plagend goede raad toe: ‘zet ‘m op’, ‘goed opletten’. En de mooiste: ‘Laat je de kaas niet van het brood eten.’
Er is waarschijnlijk geen enkele andere uitdrukking die de Nederlandse volksaard zo mooi weerspiegelt. In een land waar driekwart van de bevolking luncht uit een trommeltje met drie boterhammen met kaas, een glas karnemelk en een Elstar, is het een reëel gevaar dat een van je collega’s je plakje lichtbelegen rooft.
De uitdrukking ‘zich de kaas niet van het brood laten eten’ betekent ‘voor je zichzelf opkomen’.
Ik ben in het verleden de uitdrukking meerdere malen tegengekomen met ‘het kaas’; Zich het kaas niet van het brood laten eten. Er toen al op gegoogeld en het komt aardig voor. Opmerkelijk.
Misschien onder invloed van zich het gras niet voor de voeten weg laten maaien?
Zou het hypercorrectie zijn ten opzichte van alle woorden die het/dit/dat aan het verliezen zijn? Of hoort het thuis in de categorie “de zout”, een fout grapje bij ons thuis.