De Volkskrant heeft elke maandag de rubriek Gezond waarin alledaagse vragen over het menselijk lichaam behandeld worden, als ‘Waarom is andermans snurken zo hinderlijk’ of ‘Waarom stokt je adem bij het horen van ellendig nieuws?’. De vraag van gisteren was: ‘Helpt wiebelen op je stoel als je moet plassen?’
Hahaha natuurlijk niet, dacht ik. Maar het verrassende antwoord van de uroloog is dat het inderdaad helpt, omdat je dan je bekkenbodemspieren aanspant.
Dezelfde uroloog waarschuwt dat het ongezond is de plas te lang op te houden. Want wanneer je dan gaat plassen, span je de verkeerde spieren aan: “Dat is de kat in de kelder metselen.”
Euhmm, wát? Wat een lugubere uitdrukking! Uit de context kon ik niet precies opmaken wat dit spreekwoord betekent.
Enig speurwerk leert dat het een zelden gebruikt spreekwoord is. F.A. Stoett heeft het opgenomen in Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden: ‘Hy heeft de kat in de kelder gemeestert. Dit zegt men van een lapzalver, die een wonde of zweer boven toeheelt, terwijl het quaad onder ineet en verkankert’. Elders vind ik als betekenis ‘de uitbarsting verhinderen maar het kwaad laten bestaan’.
Over het algemeen juich ik het toe als mensen niet alledaagse uitdrukking gebruiken. Maar zou deze uroloog nou niet gewoon bedoeld hebben ‘het paard achter de wagen spannen’?
Dat lijkt me niet. Het paard achter de wagen spannen is zinloos, op zijn ergst niet zo snugger, maar verder ongevaarlijk. Maar de kat in de kelder metselen is echt schadelijk: je pakt het symptoom aan terwijl je de oorzaak erger laat worden. Geen goed idee voor de kat, geen goed idee voor je urinaire systeem.
P.S. Lapzalver, ha, die ga ik weer gebruiken.
lapzwans + kwakzalver = lapzalver ???
Precies. En als je plas te lang ophoudt krijg je een kwakzwans. 😉
Het stukje eindigt wel met een instinker! De zin “Over het algemeen juich ik het toe als mensen niet alledaagse uitdrukking gebruiken.” zegt dus dat mensen het vertikken om alledaagse uitdrukkingen te gebruiken. Dat versta ik dus niet zo goed. Had er nu gestaan “niet-alledaagse uitdrukkingen”, met koppelteken en in het meervoud, dan had ik gelezen wat Lisette bedoelde, denk ik toch, niet? 🙂
Scherp, Edwin! Dat bedoelde ik inderdaad natuurlijk.