Selecteer een pagina

Al eerder schreef ik hier over hoe erg ik houd van grapjes met plaatsnamen van het type: ‘Je denkt toch zeker niet dat ik naar Hong ga rije? Ik ben bang dat je dan de boeda pest. . .’ Megaflauw inderdaad. Vriendinnen weten van mijn hobby en sturen me af en toe een appje: ‘Ik geloof dat het Els speet.’ Dan maak je me diep gelukkig.

Nu heb ik collega Bertine aangestoken. Gistermiddag had ze er opeens eentje: ‘Ben je Bang, kok?’ Gisteravond appte ze: ‘Ik ben een beroerde schaker, maar ik geloof dat ik nog Rotter dam.’

En toen was er geen houden meer aan. Vanochtend kreeg ik deze app:

Voor een kogel zou ik wegduiken, maar ik geloof niet dat ik voor een Steen wijk.

Ze had een bedorven garnaal gegeten, o, wat was ze naar.

Je zei dat het hier heuvelachtig was, maar ik tel slechts Drie bergen.

Mij maakt het niet uit of ik met nonnen schaak of met Monnicken dam.

Die peuter sloopt alles en heeft nu geen Box meer.

Ik heb het gehad met deze lelijke plaats en verkas naar een Schoon oord.

Niet naar de les komen vanwege een kater vind ik geen Rheden.

Nou, ik vind het wel een Goedereede.

De advocaat van de duivel praat elke Moord recht.

In het zuiden is het rustig, maar wat is er toch in het Noordeloos?

Toen ik bijgekomen was van het lachen vroeg ik of ze niet naar bed was geweest vannacht. Ze had heerlijk geslapen, antwoordde ze, maar misschien wel wat langer gedoucht dan normaal.

Die vrouw is een taalkunstenaar, echt.