Gisteren won Connie Palmen de Libris Literatuurprijs. Ik vind daar nogal veel van (en dat is weinig goeds) – maar daar zal ik u niet mee vermoeien. De Volkskrant noemt Jij zegt het ‘de beste Palmen in een kwarteeuw schrijverschap’ en schrijft: ‘de apodictische aforismen waarmee ze placht te strooien […] houden het verhaal niet op’.
Apodictisch betekent ‘onweerlegbaar’ en ‘al te stellig’, een aforisme is een betekenisvolle spreuk.
Voorbeelden van Palmens apodictische aforismen: ‘roem is zichtbaar gemaakte eenzaamheid’ en ‘de ontdekking is het bestaansrecht van de roman’. Er is vast wel iemand die hier toch een speld tussen kan krijgen.
En zou het eigenlijk niet ‘pleegt te strooien’ moeten zijn in plaats van placht?
Plegen (gewoon zijn), verleden tijd: placht.
Plegen (een moord bijv.), verleden tijd: pleegde.
Tja, mooie formuleringen, maar dan zegt een apodict dat iets geen bestaansrecht heeft als het niet ontdekt is. Dat geldt vast wel voor roem, maar er bestaan onmiskenbaar onontdekte dingen, anders had het woord ‘ontdekt’ niet bestaan. Ik denk dus dat mevrouw Palmen twee apodicten door elkaar haalt, de zgn. swap-o-dict.
Over plegen/placht: ik citeerde de Volkskrant