Selecteer een pagina

Collega D was tijdens het grasmaaien gebeten door stalvliegen. ‘Huh?’, zei iemand, ‘stalvliegen? Bedoel je soms dazen?’ Hij legde uit wat voor beesten het waren. Ah, het waren bouwen geweest, begreep ik. Gemene beesten inderdaad die met hun beet voor pijnlijke grote bulten kunnen zorgen.

Naast stalvlieg, daas en bouw, heet het beest met de Latijnse naam Tabanidae ook nog brems, bremster, daps, paardenvlieg, blinde daas, blinde mug, blinde vlieg en dazerik. Bij mijn weten zijn er geen andere dieren waar zoveel verschillende Nederlandse namen voor zijn. Een hond is een hond, een mus een mus, een spin een spin. Waarschijnlijk zijn de verschillende namen voor daas/bouw/daps regionaal bepaald. Maar niet één daarvan is in de standaardtaal is doorgedrongen. Ik opteer voor misselijke rotvlieg.