Selecteer een pagina

Waar is mijn fietssleutel? Niet in mijn tas dus, blijkt als ik bij mijn fiets op het station van Amsterdam CS sta. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat hij nog in de zak zit van mijn jas die thuis aan de kapstok hangt. Vanochtend leek het me veel te mooi weer om een jas aan te doen.

Gekke uitdrukking, hè, donkerbruin vermoeden? Want waarom donkerbruin en niet zwart of donkerblauw? Of  cyclaamroze of kobaltblauw?

Onze Taal weet het: Als je ergens een donkerbruin vermoeden van hebt, weet je bijna zeker hoe iets zit of wat er gaat gebeuren. Je gebruikt de uitdrukking alleen als het over iets negatiefs gaat. Bruin heeft hier niet direct betrekking op de kleur maar heeft de verouderde betekenis zorgwekkend. In zeemanstaal schijnt bruin weer ‘ruw, onstuimig’ weer te zijn. Vermoedelijk kreeg bruin vandaar de betekenis zorgwekkend: ruw weer kon immers vervelende gevolgen hebben.

Het oudste krantencitaat met een donderbruin vermoeden dateert uit 1978. In het Vrije Volk van 18 mei 1978 stond: “Ik weet het niet, maar ik heb een donkerbruin vermoeden.”