Deze zomer fietste ik door het Nederlandse rivierenland. De vergezichten zijn hartverscheurend mooi. Het lijkt wel of je door schilderijen van Ruysdael en Koekkoek fietst. Koeien in de wei, schapen op de dijk, bomen die doorbuigen onder de appels en in de verte altijd die glinsterende rivier. Het landschap stal mijn hart.
Met heel wat kilometers in de benen streken we neer in een hotel in Beneden Leeuwen, midden in de Betuwe. Daar kregen we een foldertje in de hand gedrukt dat ons ruw uit onze romantische landschapsdromen wekte met de slogan: Rivierenland steeltje hart.
Hebben ze voor deze slogan voor veel geld een bureau ingehuurd? Of hebben twee ambtenaren met een paar biertjes op deze op een vrijdagmiddag gierend van de lach op een servetje geschreven? Een prijsvraag bij de buurtsuper waar je een leverworst kon winnen met een slagzin?
We dachten dat we het dieptepunt in citymarketing al bereikt hadden, maar dit komt toch echt in de buurt.
Een onwaarschijnlijk slechte slogan en om Freek de Jonge aan te halen als je zoiets leest, Dan flip je in Tiel. 😉
Het kan nog erger. Vorige zomer zag ik in de toch al enigszins mistroostige contreien van de Noordoostpolder de leuze in het weiland: Emmeloord, meer dan alleen aardappels.
Het Bureau voor toerisme van Rivierenland kan er overigens wel wat van. Zo hebben ze ook een “aanjaagteam” dat zich bezighoudt met “acquireren”. Nou bestaat dat werkwoord wel (al van in 1650 zelfs) en het betekent “in eigendom krijgen, verwerven”. Maar het Bureau denkt dat het betekent “investeerders aantrekken”. Nou nou, dat Bureau zou toch beter even een goede copywriter op een (werk-)weekendje uitnodigen.