Selecteer een pagina

Afgelopen week werd een negenjarig jongetje op de Reeuwijkse plassen overvaren door een boot. Hij kwam daar bij om het leven. Gratis dagblad Metro wijdde er een artikeltje aan. In het stukje staat de volgende zin: “Waarschijnlijk is het slachtoffertje achter op de boot gaan staan en werd er vervolgens gas gegeven.”

“Slachtoffertje,” media zijn dol op het woord, leert Google ons. Zowel in Nederland als in Vlaanderen. Zoals Nederlanders überhaupt al liefhebbers zijn van verkleinwoordjes.
Maar wat is er dan mis met “slachtoffertje”? Tafel wordt “tafeltje” wanneer die tafel klein is. Slachtoffer wordt “slachtoffertje” wanneer het slachtoffer een kind is. Logisch. Toch?

Hier wreekt zich het verschil tussen dingen en levende wezens. Verkleinwoorden van dingen hebben uitsluitend te maken met de maat van het object. Een Volkswagen Kever is een autootje. Een bed in het huis van de Zeven Dwergen is een bedje. Maar wanneer mensen een verkleinwoord gebruiken voor andere mensen of voor dieren, doen zij dat om hun vertedering uit te drukken – ironie even buiten beschouwing gelaten. Wij zeggen “wat een schatje”, “dotje”, en soms ook “drolletje” (ook typisch Nederlands: de liefde voor de ander die wordt uitgedrukt in poep) bij het aanschouwen van een kleuter in een box, of van een Labrador puppy die met gesloten ogen lurkt aan de tepel van zijn moeder. Maar welke vertedering heeft het jonge slachtoffer? Is het vertederend wanneer een kind is geschept door een bestelbusje? Of wordt het verkleinwoord gebruikt om de zieligheid te benadrukken van het feit dat juist een kind het slachtoffer is?

“Slachtoffertje” is pervers. Iets wordt schattig gemaakt wat niet schattig is. Als het alleen maar om de leeftijd van het slachtoffer te doen is, dan zouden media ook de jonge dader een verkleinwoord moeten geven: “Het verkrachtertje werd later in het Prinses Wilhelmina Plantsoen gearresteerd.” Of: “Het moordenaartje was net met zijn opa en oma naar de film ‘Bassie en Adriaan en het geheim van de schat’ geweest.” De lezer van deze zinnen zou denken dat de auteur er van een gevoelsarme gek is, een sadist. Immers: de hypothetische jonge daders worden schattig gemaakt. Alsof de verkrachting en de moord vertederend zijn.
Slachtofferschap is niet aan leeftijd gebonden. Een slachtoffer is een slachtoffer, ongeacht of het een bejaarde betreft of een peuter. “Slachtoffertje” doet afbreuk aan het slachtofferschap, maakt het vertederend, plaatst een fout strijkorkestje achter het leed dat het slachtoffer heeft ondergaan.