Selecteer een pagina

‘Groeten uit Delden’, stond er op de ansichtkaart die ik tussen mijn post vond. Aangenaam verrast draaide ik de kaart om. ‘Liefs van oom Geurt en tante Brechtje’. Ik heb geen oom Geurt en tante Brechtje. Mijn buurvrouw Liesbeth blijkbaar wel, de ansicht uit Twente was aan haar gericht.

Ansichtkaart is geen volbloed Nederlands woord. ‘Ansicht’ stamt uit het Duits en betekent het aanzien, de afbeelding. Het Nederlands bevat überhaupt vrij veel Duitse leenwoorden, maar het is an sich opmerkelijk dat juist deze term zo ingeburgerd is, omdat er sowieso een goed Nederlands equivalent voor bestaat: prentbriefkaart.

In zijn boek Van Aalmoes tot Zwijntjesjager uit 1980 wond neerlandicus P.H.Schröder zich nog vreselijk op over het gebruik van het woord ansichtkaart. ‘Volkomen overbodig’ en ‘klakkeloos overgenomen’, foetert Schröder. ‘Nog erger maken zij het die ansicht vertalen met aangezicht, een woord dat in het Nederlands alléén gelaat betekent en nooit prentbriefkaart’.

Kan zijn, maar ik vind het gewoon jammer dat er bijna uitsluitend ongezellige reclamefolders en belastingaanslagen in mijn brievenbus belanden. Een ansicht, pardon, prentbriefkaart uit het pittoreske Delden is immers veel leuker.

Groeten uit Delden

Groeten uit Delden