Run a little
De poëzie ligt op straat als je er oog voor hebt. In dit geval op Miyajima Island in Japan.
Met dank aan Anna Hommel
De poëzie ligt op straat als je er oog voor hebt. In dit geval op Miyajima Island in Japan.
Met dank aan Anna Hommel
Post van een student. Ze meldt zich voor de tweede keer af voor een afspraak: ‘Ik zal u de details besparen, maar vannacht was totaal geen succes, maag nog steeds over stuur. Ik eet voorlopig geen sushi meer!’
Dat waardeer ik zeer, dat ze me de details bespaart. Het is verbazingwekkend hoe gedetailleerd studenten soms over hun lichaamsfuncties uitweiden in dit soort mails (‘het bleef maar komen’). Zeker ’s ochtends voor de koffie word je er al gauw een beetje misselijk van. Gewoon ‘ziek’ is echt ruim voldoende in dit soort berichten.
Behalve haar discretie waardeer ik trouwens ook de verschrijving van deze studente, ‘over stuur’. Ik had eigenlijk nog nooit nagedacht over de herkomst van het woord en nu drong deze zich op. Overstuur (het woord moet aan elkaar geschreven worden) betekent ‘van streek’. Het woord komt uit de scheepvaart. Overstuur betekent ‘in de richting van het stuur’, dus achteruit.
Bron: etymologiebank
Twee dagen geleden mailde een student dat hij ‘perse’ in een andere klas wilde. Zelf schreef ik gisteren een collega dat ik het niet ‘per se’ met zijn voorstel eens was. Een uur geleden sms’te een vriendin die ik nog nooit op een taalfout heb betrapt: ‘Familie-alarm, moet je persé spreken!’
Perse, persé of per se, that’s the question. De officiële schrijfwijze is ‘per se’; dat we tegenwoordig vaak ‘persé’ tegenkomen heeft te maken met het vernederlandsen van de Latijnse vorm: voor de uitspraak zet men een accent op de e. Dit zie je trouwens vaker: mensen hebben acné in plaats van acne en dat vinden ze geen pré…
Dat mensen denken dat het ‘persé’ is, begrijp ik wel. Volgens Onze taal staat de deur voor deze schrijfwijze zelfs op een kier. Maar ‘perse’? Dat lijkt me de aanvoegende wijs van het werkwoord ‘persen’ en per se niet wat de student in die klas wil.
Stel, u bent de oplader van uw telefoon kwijt. U verschuift wat stapeltjes kranten, u loert eens onder de bank, maar het ding is niet te vinden. Nu ja, u gaat maar eens een kop koffie zetten, hij zal wel boven water komen.
Dan komt een van uw kinderen triomfantelijk de kamer binnen met uw oplader en de woorden: “Ik vond de oplader!” Wat zegt u?
DE UITSLAG:
Van een lieve vriendin kreeg ik een verlaat verjaarscadeau, de kloeke bundel ‘De Nederlandse poëzie van de twintigste en eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten’, samengesteld door Ilja Leonard Pfeiffer. Prachtcadeau natuurlijk. Stel dat je elke dag één gedicht zou lezen, dan heb je er drie jaar plezier van.
Ik sloeg het kloeke boek open op een willekeurige bladzijde en las het gedicht ‘Meubelboulevard’ van Ingmar Heytze dat zo begint:
‘Ik ben bang dat iedereen hier is gemonteerd
met zo’n sleuteltje op een grauwe maandag
tot bloedens toe in model geschroefd met
de tekening ondersteboven en achteraf
nog wat onderdelen over’
Het bijvoeglijk naamwoord kloek betekent groot, fors en ook moedig. Het stamt af van het Middelnederlandse kluoc dat elegant, moedig, slim betekende.
Het zelfstandig naamwoord kloek heeft niets met het bijvoeglijk naamwoord te maken. Het betekent moederkip. Dit woord kloek is een onomatopee, een klanknabootsend woord. Een kip die haar kuikens roept, tokt iets dat je best zou kunnen schrijven als ‘kloekloekloe’.
Recente reacties