In de liften op onze school hangen spiegels. Dat is waarschijnlijk heel nuttig voor claustrofoben, maar voor alle anderen is het niet fijn. In deze spiegels zie je er namelijk áltijd belabberd uit. Dat effect wordt nog versterkt in februari, als de meesten van ons toch al vaalbleek door het leven gaan.
En collega die vanochtend instapte wendde zich huiverend af van haar spiegelbeeld en zei dat zich eerst maar eens ging opkalefateren. Ik verzekerde haar dat het de lift was, en dat er ‘in het echt‘ niets aan de hand was.
Opkalefateren betekent opknappen. Het woord komt oorspronkelijk uit de scheepsbouw en had de vorm kalefateren, zonder voorvoegsel dus. De betekenis was breeuwen, naden in schepen dichtmaken. Dit kalefateren kwam uit het Arabisch qalfata dat ook breeuwen betekende. Later kwam het voorvoegsel ‘op’ erbij, waarschijnlijk naar analogie van opknappen en oplappen. Zoiets als optelefoneren dus…
En als je de kieren wilt dichten van je huisje in Frankrijk moet je in de winkel naar de afdeling calfeutrage.
Echt? Die malle Fransen toch.
Ha, geinig: volgens de Etymologiebank zou het Arabische qalfaṭa uit het Griekse kalaphatein kunnen zijn ontleend, dat op zijn beurt mogelijk weer teruggaat op het Arabische qallafa. De wonderlijke wegen der woorden…
Om bij het onderwerp te blijven: opsmukken en optooien, ook allebei met een voorvoegsel “op” dat later toegevoegd werd, en synoniemen van opkalefateren (toch als je het over mensen hebt). Want je kunt natuurlijk ook dingen opkalefateren.
En eigenlijk zijn die twee toch meer van toepassing op mensen, vind ik, want opkalefateren heeft toch eerder de betekenis “oplappen”.
Opkalefateren betekent zeer zeker ook je netjes kleden en opmaken, ‘zich opkalefateren’. De Van Dale kent overigens ook de vormvariant ‘opkalfateren’.
Bij ons betekent opkalefateren “zeer zeker” niet “zich netjes kleden en opmaken”. Het heeft veeleer de (bij)betekenis dat het eindresultaat niet echt om aan te zien is.