Selecteer een pagina

In de zeer lezenswaardige NRC-column ’Van kut naar superkut’ heeft Frits Abrahams het over de opmars van de woorden reet en kut. Het nog krachtiger superkut wordt vooral gebruikt door vrouwen, signaleert Abrahams.

Ik vroeg het eens aan wat klassen hier op de Hogeschool van Amsterdam en die vonden het heel herkenbaar. Vrijwel alle meisjes zeggen wel eens superkut, jongens zeggen het bijna nooit. ‘Maar,’ zei een studente in de laatste klas, ‘jongens zeggen überhaupt nooit super.’

Verdomd, daar had ze een punt. Vrouwen vinden iets supertof, superleuk, super awkward, superstom of simpelweg super of suuuuuper. Mannen niet.

Als je een vriendin vraagt of ze iets mee gaat drinken, zegt ze: ‘Supergezellig, leuk’. Een man zegt gewoon: ‘Oké, best’.

Wat zeggen mannen dan als ze iets heel leuk/stom etc vinden, vroeg ik aan de klas. Gewoon: heel leuk/stom etc.

‘Supergrappig’, zei een een jongen. ‘Maar dit geldt echt alleen voor heteromannen. Gays zeggen wel ‘gewoon’ super.’

Sociolinguïstiek: helemaal suup.