‘Gast! Trek je broek op,’ hoorde ik een student zeggen tegen een klasgenoot met een inderdaad behoorlijk lage broek. Gelukkig is de mode van de lage broeken vrijwel voorbij. Ik was nooit zo’n fan van broeken op half zeven, ook al omdat de motoriek van de drager van zo’n broek best raar is. Om zo’n broek op half elf niet helemáál te laten afzakken, moet je namelijk een beetje wijdbeens lopen. Hierdoor zie je al gauw uit als een peuter met een luier. Niet het beoogde effect, volgens mij.
Broeken en petten kunnen op half zeven en op half elf hangen. De betekenis is hetzelfde, namelijk afgezakt. Raar eigenlijk, want als je je een klok voorstelt dan zijn half zeven noch half elf erg ‘afgezakt’. Je zou dan eerder verwachten dat je broek op tien voor half acht hangt.
Volgens Onze Taal zit het zo: “Er waren vroeger torenklokken die maar één wijzer hadden, namelijk die voor de uren. Als de klok op half zeven stond, bevond die wijzer zich net iets voorbij de zes, en leek hij dus een beetje ‘uit het lood’ te hangen. Zo kreeg op halfzeven de figuurlijke betekenis ‘scheef’.”
Bij ons thuis werd over een kind met een snotneus gezegd: hij/zij loopt met een halfelfie.
Ah, die ken ik juist als de hele elf: twee 1’en (verticale strepen) naast elkaar. Zie bijvoorbeeld hier en hier (vierde kolom onderaan).
‘Een gezonde snotdorrel’, viezeriken die CDA’ers
Ghehe, niks voor het volgende Woord van de Dag?
Die klokken met één wijzer zijn er trouwens nog wel, zoals bijvoorbeeld op de Lodewijkskerk en het Academiegebouw in Leiden. Verwarrend genoeg steken beide uiteinden van de wijzer even ver uit, zodat het van een afstand lijkt of het er twee zijn en je maar moet raden of het half zeven is of half twaalf.
Half zeven of half een, denk ik dat u bedoelt.