Ik ben een cisgender. Tot voor kort wist ik niet wat dit was, maar het blijkt iemand te zijn van wie het geboortegeslacht overeenkomt met de ervaren genderidentiteit. ‘Normaal dus,’ zei iemand. Maar dat suggereert dat mensen van wie het geboortegeslacht niet overeenkomt met hun genderidentiteit niet normaal zijn.
Taal is nooit neutraal. Taal is normatief en kan zelfs gevaarlijk zijn. Je kunt mensen blijvend beschadigen met woorden. Vraag dat maar eens aan degenen die online gepest zijn. Je kunt mensen binnen- en buitensluiten met taal en je kunt ze kwetsen door ze te benoemen met woorden die ze als negatief ervaren.
Om dit te voorkomen hebben we nogal wat letters nodig voor de lhbt-gemeenschap, die nu meestal wordt aangeduid met lhbti (lesbisch, homo, biseksueel, transgender, interseksueel), maar soms ook met lhbtiqapc (+ queer, aseksueel, panseksueel, cisgender).
‘Hokjesdenken’, schamperen de critici. ‘Inclusie’, zeggen de voorstanders.
Als taalliefhebber vind ik semantische discussies razend interessant. Maar lhbti vind ik vooral heel erg lelijk. Hebben we echt een woord nodig? Is ‘iedereen’ dan misschien iets?
Moeten we niet even terug naar de betekenis van “niet normaal”? Het is alleen maar anders dan het meest voorkomende, niet slechter.
Ja, daar heb je gelijk in. Maar het woord normaal voelt niet altijd zo waardevrij als jij suggereert. Denk bijvoorbeeld aan Mark Ruttes ‘Doe effe normaal’, daar heeft normaal wel degeljk een pejoratieve betekenis.
O, voor mijn gevoel juist het tegenovergestelde.
Je hebt gelijk! Daar had moeten staan dat ‘ niet normaal’ daar een pejoratieve betekenis heeft.
He-le-maal gelijk, Ladybug! Ik denk: het wel, of niet, negatief ervaren van een woord, komt vlgs mij door degene zélf, die een waarde eraan hangt. M.a.w. als bv. een homoseksueel het woord homoseksueel negatief vindt, denk ik dat hij/zij zichzelf als negatief ervaart. Wat natuurlijk helemaal niet nodig is.
Het betekent meer dan “anders dan het meest voorkomende”. Het betekent dat het niet aan de norm voldoet, en dus moet worden afgekeurd. Als een product in de fabriek niet aan de norm voldoet wordt het weggegooid.
Niet-normaal of abnormaal geeft wel degelijk een waardeoordeel.
Mijn normale betekenis van normaal is: zoals het vaakst voorkomt (en eventueel zoals de meeste mensen doen, maar dat is in bovenstaande tekst niet aan de orde).
Voor mij slaat “doe effe normaal” op de persoon tegen wie ik het heb. En als ik dat zo zeg, dan vind ik dat die persoon niet normaal doet. Het gezegde (“doe effe normaal”) houdt als geheel wel degelijk een negatief oordeel in. Terwijl elk van de drie gebruikte woorden afzonderlijk niet negatief aanvoelt. Heerlijk toch, onze taal!
Daarnaast ben ik even de betekenis van “cis-” gaan opzoeken (= voorvoegsel om aan te geven dat atoomgroepen zich aan dezelfde zijde van het referentievlak van een dubbele binding, van een ring of van een centraal atoom in een molecule bevinden). Brrrr, zo wil ik echt niet over straat lopen.
cisgender, is dat niet hetero?
Nee, het begrip zegt niets over de seksuele oriëntatie, maar over de genderidentiteit die iemand ervaart.
Je genderidentiteit ervaren.
Neem me niet kwalijk, maar ik vind dat een geneuzel. De homoseksuele vrouw noemt men Lesbiënne, om het verschil aan te geven tussen mannelijke en vrouwelijke homo’s. Hebben we nu man. en vr. cisgenders?
Ach, laat ook maar, ik ben bijna tachtig, mijn genderidentiteit is nooit veranderd.
Het is belangrijk om drie verschillende ‘dimensies’ te onderscheiden:
– geslacht/sexe: hoe je fysiek ter wereld bent gekomen (wat er al dan niet in je luier hing, zegmaar);
– gender: waarmee je je identificeert (man/vrouw/anders);
– geaardheid: waar je op valt (man/vrouw/anders).
Er is natuurlijk hevige discussie of dit soort zaken al helemaal bij geboorte bepaald zijn of ook onder invloed van opvoeding staan (het nature/nurture-debat), maar het zijn hoe dan ook reële factoren om rekening mee te houden. Nu nog een beetje cis-esthetische termen om ze aan te duiden. 🙂