Heerlijk, die taalcolleges met tweedejaars studenten. Een van mijn favoriete onderdelen is ‘woordenschat’. Studenten nemen een voor hen onbekend woord mee dat ze die week zijn tegengekomen. Zo kwam onlangs ‘dievegge’ ter sprake; de student in kwestie had er echt nog nooit van gehoord. Ergens snap ik dat wel. Waarom een vrouwelijk woord als het geslacht er niet toe doet; je spullen ben je toch wel kwijt. De uitroep “Houd de dievegge!” ooit gehoord? Natuurlijk niet. Tegen de tijd dat je de laatste lettergreep uitschreeuwt, is de crimineel al lang uit het zicht.
‘Dievegge’ klinkt eigenlijk veel te chic voor de vaardigheden die erbij horen. Als je de betekenis ervan niet kent, zou je het misschien best op je LinkedIn-profiel willen zetten. En nu we het toch over beroepen hebben: ik neig sowieso naar gelijke behandeling bij dit type benaming. Een docent is een docent, een redacteur is een redacteur… daar heeft sekse niks mee te maken.
Overigens lijkt het vrouwelijke woord ‘dievegge’ tegenwoordig enig in haar soort. Andere woorden die in het Middelnederlands eindigden op -egge, -ege of -igge, zoals meestrege (meesteres) en tavernierigge (herbergierster), staan niet meer in ons woordenboek.
Ik hoor mensen al reageren: “Juist daarom moet ‘dievegge’ behouden blijven!” Best een dilemma voor de taalpurist in mij.
Dit stukje had ik al een tijd liggen.M/V
Een piepklein onderzoekje leerde mij dat sommige vrouwen in kunstzinnige beroepen of hobby’s in het algemeen geen gebruik wensen te maken van de vrouwelijke vorm
van hun bezigheden. Zij noemen zich kunstenaar, dichter, verteller, regisseur, enz.
Ik heb daar eens over nagedacht en heb het volgende op te merken:
Verpleegkundigen onderscheiden we in verpleegsters en verplegers, zusters en broeders. Niet broeders en zusters, dat is een andere groep mensen. Artsen onderscheiden we niet, de hoofdchirurg kan een vrouw zijn. Gegradueerden als ingenieurs en architecten in het algemeen niet, de advocate is geen meesteres in de rechten.
Actrice en acteur wel, regisseur soms.
Schrijfster en schrijver zijn auteur, autrice bestaat niet
Redacteur en redactrice soms, de redacteur van het feministische maandblad ‘Opzij’waarschijnlijk niet.
Musicus en musicienne , violiste, pianiste, zangeres enz enz. Sopraan en alt zijn altijd vrouwelijk, tenor en bariton altijd mannelijk, vanwege hun stembereik, maar de man die een sopraanpartij zingt heet counter-tenor.
Er zijn vrouwelijke huisschilders, er zijn timmervrouwen, chauffeuses en misschien wel monteuses. Er zijn een heleboel beroepen die op EUR eindigen, ( etaleur, directeur) sommigen daarvan hebben als vrouwelijke uitgang EUSE, anderen de uitgang ICE, etaleuse directrice
Er zijn wel kleuterleiders, maar ‘t is toch voornamelijk een vrouwelijk beroep.
Naaister is een vrouwelijk beroep, kleermaker is mannelijk.
Werkster is ook vrouwelijk, schoonmaker is mannelijk. Als het sociaal werk betreft, wel sociaal werkster, maar niet sociaal schoonmaker, maar sociaal werker. De trapeze werkster is niet iemand die de trapeze schoonmaakt, maar een acrobate.
De secretaris is mannelijk, de secretaresse is vrouwelijk, maar onlangs las ik de aanstelling van een secretaRES als mannelijke secretaresse.
De adel kent mannelijke en vrouwelijke titels, de baron en de barones, de graaf en de gravin. De freule is een ongehuwde adelijke dame.
De minister, de burgemeester en de wethouder is onzijdig.
Tot slot: de boerin is de vrouw van de boer. Maar er bestaan vrouwelijke boeren.
Sorry hoor, maar wat is nu precies je punt ??
Beste Ian, de vraag was of een vrouwelijke dief een dievegge moet heten. Of zullen we haar een vrouwelijke dief noemen. Dat n.a.v.de
discussies over gender neutrale kwalificaties. Gravin is een adellijke titel.Als de sopraan transgendert heet hij counter-tenor. kortom; je kunt niet alles zomaar gender neutraal maken.
Leuk geschreven, mevrouw de schrijver, en ik ben het met je eens.
ik kwam in oude stukken het woord diefhegge tegen als scheldwoord.
Heg is vaak een voorvoegsel in de zin van slecht , oneerlijk bv
hegweduwe [ongehuwde moeder]
hegadvocaat [slechte oneerlijke advocaat]
hegmulder = rondzwervende vaak dronken molenaar die elders ontslagen is
hagepreek Preek tussen de hagen tijdens reformatie maar ook aanduiding van een slechte van het ware geloof afwijkende preek.