Selecteer een pagina

Heerlijk, die taalcolleges met tweedejaars studenten. Een van mijn favoriete onderdelen is ‘woordenschat’. Studenten nemen een voor hen onbekend woord mee dat ze die week zijn tegengekomen. Zo kwam onlangs ‘dievegge’ ter sprake; de student in kwestie had er echt nog nooit van gehoord. Ergens snap ik dat wel. Waarom een vrouwelijk woord als het geslacht er niet toe doet; je spullen ben je toch wel kwijt. De uitroep “Houd de dievegge!” ooit gehoord? Natuurlijk niet. Tegen de tijd dat je de laatste lettergreep uitschreeuwt, is de crimineel al lang uit het zicht.
‘Dievegge’ klinkt eigenlijk veel te chic voor de vaardigheden die erbij horen. Als je de betekenis ervan niet kent, zou je het misschien best op je LinkedIn-profiel willen zetten. En nu we het toch over beroepen hebben: ik neig sowieso naar gelijke behandeling bij dit type benaming. Een docent is een docent, een redacteur is een redacteur… daar heeft sekse niks mee te maken.
Overigens lijkt het vrouwelijke woord ‘dievegge’ tegenwoordig enig in haar soort. Andere woorden die in het Middelnederlands eindigden op -egge, -ege of -igge, zoals meestrege (meesteres) en tavernierigge (herbergierster), staan niet meer in ons woordenboek.
Ik hoor mensen al reageren: “Juist daarom moet ‘dievegge’ behouden blijven!” Best een dilemma voor de taalpurist in mij.