Buiten loeit de ijsstorm, binnen kijk ik genoeglijk eerste versies van teksten van studenten na. Sommige docenten hebben een hekel aan nakijken (honderd keer hetzelfde tentamen), maar als schrijfdocent heb ik geluk met steeds een nieuw verhaal om na te kijken. Vandaag heb ik al de hele dag lol om een spelfout die ik las in een tekst: ‘het uitvolkoren volk’. Meestal is zoiets simpelweg een typefout, maar soms blijkt het verkeerd in iemands hoofd te zitten.
Ik zie een nieuw soort cereals voor me, bruine-rijst crispies in de vorm van kleine mensjes: het uitvolkoren volk. Ik ben er vrij zeker van dat daar mondiaal een markt voor is.
Ha ha zo grappig!
Eigenlijk is uitvolkoren geen spelfout maar een hoofdfout. Net zoals ik vroeger zei “zobiezo” omdat ik niet wist dat het sowieso hoort te zijn.