Selecteer een pagina

Trouwe Twittervrienden en -vriendinnen

Koninginnedag is het niet meer op 30 april, maar Mr. Pieter van Vollenhoven is uiteraard nog steeds jarig deze dag. Vandaag viert de goedlachse meester zijn 79ste verjaardag. Wij van Ik Zeg Ook Maar Wat feliciteren de jarige van harte en wijzen hem fijntjes op een gevalletje onjuist spatiegebruik in een recent bericht op Twitter van zijn hand. Of zou dhr. Van Vollenhoven zijn socialmedia-activiteiten uitbesteden? Aan een millennial of zo? Die lijken wel bang voor samenstellingen, zo vaak gebruiken ze ten onrechte een spatie tussen twee woorden. We hebben het er al vaker over gehad op ons blog. Hoe het ‘heurt’ lees je hier en hier.  Wel sneu voor mr. Pieter dat er vandaag geen oranjezonnetje voor hem schijnt. 

Woord van de dag: rauwdouwer

Vanavond is op NPO2 de documentaire Jolene te zien (20:55 uur). In Het Parool staat vandaag een stuk over barvrouw Jolene Niedick, de kop erboven: ‘Leven als rauwdouwer’. Ik dacht dat het ‘rauwdouw’ was, dus ik dook onmiddellijk in de spreekwoordelijke boeken. Wat blijkt, de oorspronkelijke vorm is ‘rouwdouw’, ‘rauwdouw’ mag ook en het achtervoegsel ‘-er’ is niet ongebruikelijk.

Een rouwdouw is een ruw persoon. Het is een Engels leenwoord, dat komt van row-dow of row-de-dow, lawaai, herrie. We spellen het woord hier ook als rauwdouw, wat waarschijnlijk komt door de associatie met rauw en douwen (ruw, hard duwen).

Volgens Het Parool is Jolene Niedick ‘een echte rauwdouwer met een plat Amsterdams accent, een doorrookte stem en overal tattoos. Geboren in de Kadijkenbuurt, opgegroeid als kind van twee verslaafde ouders, op haar zestiende moeder geworden, lid van de F-Side, barvrouw in een stripclub op de Wallen én afgestudeerd in de psychologie. Ze worstelt met een agressieprobleem en het feit dat ze is verlaten door haar stiefvader, de gewezen verslavingstherapeut Keith Bakker’.

Van zo’n leven ga je denk ik vanzelf rouwdouwen. Want wat niet fijn is, wordt snel grof.

 

Orgaan

Het ABP vraagt of ik wil stemmen voor het verantwoordingsorgaan.

Ieww, dacht het niet. Klinkt als iets met je alvleesklier.

Doorklikkend lees ik dat het verantwoordingsorgaan het bestuur adviseert en het beleid controleert.

Heel oké. Maar goedemorgen, wat een lelijk woord.

 

 

 

 

 

 

 

Taalvandaal

In Spaarnwoude fietste ik langs een bord met de mededeling echt wegdek. Daar had een lolbroek de SL weggekrast. Waarschijnlijk een gastje van twaalf. Ik moest er hardop om lachen, wat natuurlijk iets zegt over mijn puberale gevoel voor humor.

Een kwartiertje verder fietste ik op de Anaaldijk (K afgeplakt) voorbij het bord: iets in de rekken plaatsen (F weg). Pas toen ik bij een bushalte het waarschuwingsbord ron kan glad zijn las (per weggekrast), wist ik het zeker: dit is het werk van een taalvandaal.Yess.

Zijn er lezers met vergelijkbare voorbeelden van het werk van taalvandalen in de openbare ruimte?

 

Woord van de dag: boekensneuper

Zaterdag was er een antiquarische boekenbeurs in ons stadje. Dat is linke soep. Je gaat na de wekelijkse boodschappen op de markt ‘nog even een kijkje nemen’ en voor je het weet dwaal je uren rond tussen de boeken en overtreffen de uitgaven aan boeken ruimschoots de kosten van de boodschappen.

De schade bleef dit keer beperkt tot vijf kwartier neuzen en de aankoop van één prachtige uitgave: Ollie B. Bommel’s Fotoboek uit 1952. Daarin zet Marten Toonders Heer van Stand zijn eerste schreden op het pad van de fotografie. Met als toegift enkele wonderspreuken, zoals ‘Als het toestel beweegt, maken we een bewogen foto’.

Kortom, het was een fijne middag voor een boekensneuper. U zult dat woord niet aantreffen in de Dikke Van Dale. Wel het woord sneupen, afkomstig uit het Fries, dat struinen betekent.

De boekensneuper is iemand die volgaarne boekhandels en markten afstruint, op zoek naar fraaie en bijzondere uitgaven. De term kreeg een officiëlere status toen in 1989 het boekje ‘ABCDarium voor de boekensneuper’ verscheen. Auteur Ayolt Brongers bracht er alle wetenswaardigheden voor de boekenliefhebber in samen. De latere drukken kregen de titel ‘Boekwoorden woordenboek’. Maar de ondertitel luidt nog altijd: handleiding voor boekensneupers.