Het is nakijktijd en dat betekent dat ik net wat minder sociaal, benaderbaar en praatgraag dan anders door het Benno Premselahuis stap. Wat zeg ik — ik stap zo min mogelijk, ik zit vooral. In een hoekje van de ‘Ruis’ met een koptelefoon op. Na zes portfolio’s mag ik even van mijn plaats komen. Of een stukje schrijven voor ons blog. Dat gaat dan wel over nakijken, ik heb geen ander onderwerp deze week.
Over veelgemaakte (veel gemaakte?) fouten hebben mijn IZOMW-collega’s al vaker geschreven. Maar hoe zit het met de buitenissiger fouten (buiten-nissige? Buiten-issige? Wat is nissig eigenlijk?).
Onze Communicatie-eerstejaars moesten een tekst schrijven waar een ‘confettikanon’ een prominente rol in speelde. Bij het nakijken kwam ik verschillende spellingsvarianten tegen, waarbij ik ‘konfettikanon’ en ‘confetikanon’ probleemloos fout kon rekenen. Veruit de meeste studenten hadden ‘confetti kanon’ geschreven. Onjuist spatiegebruik! Fout! Maar ja, dan stel ik me zo’n eerstejaars voor die het allemaal heel goed wil doen. Die wil toch even checken hoe je dat nou schrijft, en gaat op zoek (opzoek?) op de site van de Hema, grootleverancier van het feestartikel in kwestie. Ha, daar staat het: confetti kanon. De Hema zelf! Daar gaat toch een zekere autoriteit van uit (vanuit?).
Na overleg hebben m’n collega’s en ik deze fout dus wel aangegeven, maar niet als hele fout mee laten wegen voor de taalnorm (> vijf fouten per 500 woorden). Bij studenten die een eerste versie hadden ingeleverd, waarin ik de onjuiste spatie heb aangegeven, heb ik het wél fout gerekend. Nakijkdilemma’s – gelukkig kom ik er meestal wel uit, zeker als ik het buitenissige woord opzoek in het woordenboek.
Zo, nu weer zes portfolio’s.
Je hoeft helemaal niet op zoek naar de betekenis van “nissig”, want daar komt het niet van! “buitenissig” is een woord dat Multatuli uitgevonden heeft in 1894, door van “buiten” en “is” een bijvoeglijk naamwoord te maken. En voor je denkt “hoe weet die dat nu allemaal?”, het staat gewoon in de dikke vanDale online! En ik hoop dat de “Hema als (taal)autoriteit” ironisch-sarcastisch bedoeld was. Die firma heeft immers een patent op foutief spatiegebruik (een recent voorbeeld: “melk chocoladeletter”, “melk chocolade letter” of “melkchocolade letter”, je vindt de drie spellingswijzen op hun website!).
Wat een leuke weetjes over ‘buitenissig’!
En de Hema als autoriteit was wel grappig bedoeld, maar toch niet helemaal: als ik vanuit de student schrijf, denk ik dat hij of zij aanneemt dat de makers het zélf goed zullen spellen. De studenten hoorden er ook echt van op dat het fout was!
Het is mij opgevallen dat veel spatiefouten worden veroorzaakt door de autocorrectie en dat mensen dan niet geneigd zijn om die extra spaties weg te halen. Waarschijnlijk omdat ze niet precies weten hoe het wel moet. Het nadeel is daarbij wel dat op die manier ook een verkeerd woordbeeld wordt ingeslepen.
Daar kan ik het helemaal mee eens zijn. Een tweede element is het verschil tussen het Engels en het Nederlands. In het Engels worden woorden vaker naast elkaar dan aan elkaar geschreven. En bij al die leenwoorden uit het Engels passen wij de aaneenschrijfregel toe, zowel bij samenstellingen van deels Engelse, deels Nederlandse woorden als bij uitsluitend Engelse (leen)woorden.
En een derde element is de dubbele schrijfwijze, waarbij “aan elkaar” of “los” een verschil in betekenis met zich brengt (vb. tenslotte = welbeschouwd tegenover ten slotte = tot besluit). en zo kun je een heel lijstje samenstellen.